Martijn Koppel

Martijn Koppel verbleef van 16 juli 1940 tot 25 november 1941 op de in 1937 voor Palestina-Pioniers opgerichte Joodse Jeugdfarm in Gouda, de villa Catharinahoeve met ruim twee hectare grond.
F. van der Straaten, Om nooit te vergeten. Herinneringen en belevenissen aan/van Palestina-Pioniers gedurende de oorlogsjaren 1939-1945 (Mijnsheerenland s.a.) 165-166, 214


Met een gedenkteken in Den Haag wor…

Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 31975) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 6676/16270).

Martijn was lid van Libie Bemizrach, een Zionistische Jeugdvereniging in Zutphen. Hij woonde op de toenmalige Deventerweg 91 te Zutphen en deed mee aan het Juniorenkamp van de Joodse Jeugd Federatie dat plaats vond van 8-15 augustus 1939 (23-30 AV 5699) te Voorthuizen. De Deelnemerslijst van dit Juniorenkamp is bewaard gebleven. 

Het echtpaar Koppel en hun zoon Martijn werden in de nacht van 22 op 23 maart 1943 na verraad gearresteerd op hun onderduikadres aan de Reinkensstraat in Den Haag, waar bij masseuse/verpleegster Mies Walbeehm nog ongeveer 25 andere Joden verbleven. Omdat het er zo overvol was, was het gezin kort voor de inval naar een ander onderduikadres verplaatst, in een hotel in Ugchelen, maar ze vonden het er…