Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 54126) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.
Jozua Levie Philipse is, als één van de zes kinderen, geboren uit het huwelijk van Simon Philipse, winkelknecht en later pakhuisknecht, en van Cornelia Philipse-Velleman. Zijn broer Jacob Simon wordt nog geen half jaar oud, de overige kinderen worden in 1943 in Sobibor omgebracht.
In veel krantenartikelen en officiële documenten wordt hij afwisselend Jozua Levie en Josua Levie (‘Jos. L.’) genoemd.…
Een tijd lang woont het echtpaar in de Hoofdstraat op nummer 108b. Dit is één van de adressen waar een tijdlang loten worden verkocht voor ‘de Joodsche Invalide’. Overal in Nederland worden voor de oorlog grote inzamelingsacties op de radio én loterijen gehouden om in Amsterdam een tehuis voor Joodse invaliden te stichten. Al in 1911 richt rabbijn Meyer de Hond daarvoor de vereniging ‘De Joodse In…
De namen die aan dit verhaal zijn gelinkt zijn de namen van slachtoffers van de Sjoa van wie op grond van een aantekening op hun kaart in de Joodse Raad Cartotheek of andere omstandigheden is komen vast te staan dat ze op 1 februari 1943 van Apeldoorn naar Westerbork zijn gebracht.