Verhaal

Menno Kalmann

Door: Menno

Hendrik Peter Michael Kalmann is mijn halfbroer en woont in Israël onder de naam Michael Ben Dror. De eerste vrouw van mijn vader vluchtte met haar baby, werd opgepakt en kwam in Bergen Belsen terecht en is in 44 tegen een groep duitse tempelier die in Israel gevangen zaten geruild.

Uschi en Peter

Uschi, alias Shulamit, de eerste vrouw van onze vader, is in 1943 opgepakt, samen met haar vader Georg Herman en met haar zoontje Peter. Ze woonden al lang in Nederland, Ushi vanaf haar achtste ongeveer. Ze waren ondergedoken en verraden. Ze werden eerst naar Westerbork gebracht waar ze ca 6 maanden hebben gezeten. Daarna werden ze overgeplaatst naar Bergen-Belsen, van waaruit ze doorgestuurd zouden worden naar Auswitch. Dat transport zou binnen enkele weken plaats vinden. Eigenlijk moesten ze direct naar Auswitch maar door een logistiek probleem moesten ze eerst naar Bergen-Belsen.
Ondertussen was er in Palestina het volgende aan de hand. Palestina was onder Engels mandaad; die waren er de baas. Omdat Engeland in oorlog was met Duitsland werden alle Duitsers in Palestina gearresteerd. Die Duitsers waren allemaal tempeliers, een soort protestante kruisridders die het Woord moesten verspreiden, en bovendien een geheime agenda hadden (ze waren namelijk op zoek naar de ark des verbonds, die in de bijbel het laatst genoemd wordt als zijnde verstopt in de tempel van Salomo, maar tal van keren werd her-verstopt bij alle bezettingen door Filistijnen enzo, maar dit terzijde).
Nu werd er op diplomatiek niveau onderhandeld over een gevangenenruil, tussen Engeland en Duitsland. Er werd overeengekomen dat er 220 joden uit diverse kampen naar Palestina mochten en daar stond tegenover dat er ca 400 tempeliers werden vrijgelaten en op de boot naar Duitsland zouden gaan. Er is niet duidelijk wie er verantwoordelijk was voor de lijst geluksvogels uit de kampen, maar Georg Herman was een zeer vooraanstaand figuur, een bekende Duitse schrijver uit het begin van de vorige eeuw, en hij kwam op de lijst, samen met Uschi en haar kind. Maar zoals diplomatie altijd gaat, duurde dit alles verschrikkelijk lang en telkens werden er mensen die op de lijst stonden naar Auswitch gedeporteerd, zodat de benodigde handtekening voor hun te laat kwam. Op een gegeven moment stond Herman en familie voor het eerstvolgende transport naar Auswitch op de lijst, en de kans dat de ruil nog op tijd zou plaatsvinden leek verkeken.
Het meest bizarre aan dit verhaal is dat Georg Herman op dat moment erg ziek werd. Men wist niet precies wat hij mankeerde, en dat vermeldt het verhaal ook niet. Maar de Duitsers vonden het ongepast en onhygiënisch om iemand die erg ziek is en waarschijnlijk besmettelijk, in een wagon te stoppen met gezonde mensen. Hij zou ze maar zo kunnen aansteken. Om een onbegrijpelijke reden werden Georg Herman, met zijn dochter en kleinkind in quarantaine geplaatst, nog steeds in Bergen-Belsen, om te wachten tot Herman genezen was en ze in alle ordentelijkheid verder gedeporteerd en vermoord zouden kunnen worden. Het was achteraf een race tegen de klok, hoewel zij daar zelf niets van wisten.
Georg Herman stierf in Bergen-Belsen aan zijn ziekte, en op het moment dat Uschi en kind, die niet ziek bleken te zijn, dan eindelijk naar Auswitch doorgestuurd zouden worden, werd de gevangenenruil onverwacht toch nog uitgevoerd. Inmiddels was de lijst van joodse gevangenen aangepast, omdat een groot aantal het lange wachten met de dood had moeten bekopen, maar Georg Herman, Uschi en Peter Kalmann stonden nog steeds op de lijst. Herman was overleden maar Uschi en Peter konden vertrekken.
Uschi en Peter, Shulamit en Michael kwamen in 1944 aan in Palestina, en werden opgevangen in de kibbutz Sede Nehemia waar erg veel Nederlandse vluchtelingen zaten.

Ten slotte: de vluchtelingen die in Israël aankwamen werden nogal met de nek aangekeken door de zionisten die daar woonden: waarom hebben jullie dit allemaal laten gebeuren, waarom hebben jullie niet teruggevochten, waarom hebben jullie je als lammeren laten afslachten? Michael voelde dit en heeft zich zodra hij enigszins tot zelfstandig denken in staat was zo veel mogelijk gedragen als een Israëliër. En dat is hem aardig gelukt, want je zou niet zeggen dat hij een nakomeling van twee Duitse ouders is: Israëlischer dan Michael bestaat haast niet.