Minna Dessau-Hilsheim was een dochter van Simon Hilsheim en Josephine Levi. Ze trouwde in 1899 met Salomon Dessau, die uit een familie van rabbijnen stamde. Het echtpaar kreeg vijf kinderen: Lisa (1902), Samuel (1904), Lotte (1906), Alfred (1908) en Fritz (1910). Ondanks de waarde die aan religie werd gehecht, werden de kinderen niet naar een Talmud Thora school gestuurd. Samuel werd advocaat en Fritz arts. Fritz emigreerde eind 1938 naar de VS, waar hij bekend werd als patholoog onder de naam Frederick Isaac.
Zoon Alfred kreeg een handelsopleiding en werkte vanaf 1924 voor de Warburg Bank in Amsterdam en Hamburg. Hij emigreerde met zijn vrouw naar de VS.
Ook de dochters kregen een opleiding: Lisa deed eindexamen en studeerde talen. Ze werkte als lerares tot ze in 1933 vanwege haar joodse afkomst haar baan verloor.
Lotte kreeg een opleiding tot verpleegster. Beide zussen emigreerden in 1933 naar Palestina, waar ze trouwden en kinderen kregen.
Samuel mocht vanaf april 1933 niet meer als advocaat werken. Samen met zijn ouders vertrok hij in de zomer van 1933 naar Amsterdam, waar hij bij een kleine bank kwam te werken. Hij trouwde en kreeg een dochter. Zijn vader Salomon Dessau stierf in 1941 een natuurlijke dood.
Fritz probeerde vanuit de VS te regelen dat zijn moeder en broer konden overkomen en hij deed zijn best visa te bemachtigen voor Uruguay. Samuel en zijn vrouw hadden certificaten voor Palestina, maar konden door de Britse immigratiequota niet vertrekken.
Minna Dessau-Hilsheim werd op 20 juli 1943 van Westerbork naar Sobibor gedeporteerd. Haar zoon Samuel werd met zijn gezin naar Bergen-Belsen gedeporteerd. Hij kwam om, zijn vrouw en dochter overleefden het kamp en gingen na de oorlog naar New York.
Bron: http://www.stolpersteine-hamburg.de/index.php?MAIN_ID=7&BIO_ID=2872