Aan het begin van de oorlog exploiteerde David met zijn broer Jacob het bedrijfspand aan de Amstelstraat 43 als broodjeszaak. Zij hadden ook zaken op de Ceintuurbaan 274, de Weesperstraat 94 en het Thorbeckeplein 12.
De echtgenote van David, Clara Nord, wilde na de oorlog in de Amstelstraat haar zaak heropenen. Dat werd geweigerd omdat de vergunning van degene die er na Haas het beruchte cafe de Vredesduif had geexploiteerd niet was ingetrokken. In ruil voor haar vier oude vergunningen moest Clara Nord genoegen nemen met een nieuwe vergunning voor een (1) zaak in de Leidsestraat. Die vergunning verpachtte zij vervolgens.
Bron: Paul Arnoldussen, Jolande Otten, De borrel is schaarsch en kaal geworden. Amsterdamse horeca 1940-1945 (Amsterdam 1994), p. 155.