Verhaal

bendien

den haag

de schat van de familie bendien

mijn moeder (geboren 1928) vertelt: we kwamen voor de oorlog vaak bij oom Leen Sanner in Dubbeldam. Die leefde, nadat zijn vrouw overleden was en omdat zijn kinderen nog jong waren, samen met een huishoudster, mevrouw Wouters. Die was daarvoor huishoudster geweest bij een joodse familie Bendien in Den Haag. Tijdens een bepaalde kerstmis was er in huize Bendien brand uitgebroken en toen had de huishoudster de kinderen Bendien gered van onder een brandende kerstboom. Daarbij was haar haar verbrand, dat nooit meer helemaal teruggegroeid is. De familie Bendien heeft haar toen een pruik gegeven. Tijdens de bezetting heeft de familie Bendien goederen in bewaring gegeven aan mevrouw Wouters. Die zouden zijn begraven in de tuin achter Leen Sanners huis. Toen Oom Leen na de oorlog op sterven lag, vroegen zijn kinderen: "Vader, waar is de schat?". Een nogal opmerkelijk feit is, dat één van de kinderen Sanner, Geert (geboren 1909), een zeer foute Nederlander was, die als Landwachter en leider van de Bloedgroep Norg in Drenthe op brute wijze huisgehouden heeft (zie Ad van Liempt, De Jacht op het Verzet [Amsterdam 2013]). Hij is als één van de weinige foute Nederlanders na de oorlog geëxecuteerd (1 mei 1947 Groningen).

Alle rechten voorbehouden