Gracia Gretchen Bachrach-Sealtiel was getrouwd. Het echtpaar had een dochter, Ingeborg Mirjam. Het gezin woonde aan het Schoolplein 4 in Hellevoetsluis. Zij waren op 29 december 1938 toegelaten als legale vluchtelingen uit Duitsland. Tot 1939 werden de kosten van hun verblijf gegarandeerd door de groothandel in manufacturen N.V. Jesaia Lissauer & Zn. te Amsterdam. Op 6 september 1940 kregen Gracia Gretchen Bachrach-Sealtiel en haar man van het hoofd van de plaatselijke politie opdracht vóór 9 september 1940 de gemeente Hellevoetsluis te verlaten.
A.L. Jonker, Joodse vluchtelingen in Hellevoetsluis 1938-1940 (Hellevoetsluis 1995) 51, 54-55
Verhaal