Izaac de Vries was de jongste zoon van Jacob de Vries en Sophie van der Klei. Hij trouwde in 1931 met Elsina Oudgenoeg uit Leek. Haar roepnaam was Ellie. Zij hadden een dochter, Sophie, en een zoon, Jacob Comprecht. Het gezin woonde eerst in de Schoolstraat, later in het huis van Jacob de Vries en Sophia van der Klei in de Tuinbouwstraat 15 in Winsum. Zij behoorden tot de weinigen in Winsum die een auto bezaten.
De vader van Izaac de Vries, Jacob de Vries, was de uitvinder van de Oprechte Winsumer Zalf, die hij onder de merknaam 'Opwinza' wettig had laten deponeren. Izaac de Vries nam de fabricage en de verkoop van de zalf van zijn vader over. Daarnaast specialiseerde hij zich als slager in het roken van paardenvlees.
Op 10 juli 1940 is de synagoge van Winsum door het kerkbestuur verkocht aan de Moderne Winsumer Bestuurdersbond. Het kerkbestuur bestond toen uit Simon Benninga en Izaac de Vries.
Van Elsina wordt gezegd dat zij wel naar Palestina wilde, maar dat haar man niet geloofde dat de joden in Nederland zouden worden vervolgd.
H. Hamburger en J.C. Regtien, Een joodse erfenis van Winsum (Bedum 1993) 9, 13, 23-24, 29; H. Hamburger en J.C. Regtien, Sporen van een joods verleden in Noordwest Groningen (Bedum 1995) 32, 35
Verhaal