Salomon Levie Montezinos, met roepnaam Sally, werd als negende kind in Den Haag geboren op 6 mei 1924. Zijn vader overleed in september 1926, waarna de kinderen zoals te doen gebruikelijk in deze (vaak zeer arme) milieus in weeshuizen werden ondergebracht. Sally was nog te jong voor de weeshuizen in Den Haag of Amsterdam en kwam in het weeshuis in Leiden.
Vanaf in ieder geval 1941 werkte Sally in een zadelmakerij aan de Middelweg 21 te Leiden. Een zoon van Sally’s toenmalige werkgever herinnert zich dat Sally anderhalf of twee jaar in het bedrijf heeft gewerkt. Sally was “op zijn gezicht” aangenomen. Sally was altijd vrolijk. Hij bleef ook wel eens eten, wat eigenlijk niet mocht vanwege de joodse spijswetten. Hoogtepunt was een -eveneens stiekeme- sinterklaasviering, vermoedelijk in 1942 waarbij Sally met behulp van het rode kleed dat over de divan lag en een zwart masker tot zwarte Piet werd omgetoverd. Sally had een van de eerste elektrische scheerapparaten, een bruin model, van Philips.
In 1942-1943 is er vaak en veel met Sally gesproken over onderduiken, maar hij weigerde steevast daarover na te denken. Hoewel er niet over "vernietigingskampen" is gesproken was Sally zich zeer goed bewust van het grote onheil dat hem vermoedelijk te wachten stond. “Ik ben als jood geboren en zal als jood sterven; mijn hele familie is weg;” Sally heeft onder andere kleren en een fotoalbum bij zijn werkgever achtergelaten in de hoop die na de oorlog weer op te halen. Sally werd samen met de 59 andere bewoners van het weeshuis in de nacht van 17 op 18 maart 1943 door de Leidse Politie uit het weeshuis gehaald en op de trein naar Westerbork gezet. Hij kreeg van een van de politieagenten nog het advies om weg te gaan, maar Sally wilde solidair zijn met de rest van het Weeshuis.
Sally schreef al vijf dagen na aankomst in Westerbork een brief aan de familie Stoffels, op de dag dat de eerste grote groep weeshuiskinderen, met directeur Italie en zijn gezin en alle andere stafleden, naar Sobibor op transport waren gesteld:
WBork 23 Maart 1943
"Waarde fam Stoffels
Wanneer we U willen schrijven dan willen we U in de eerste plaats van ganser harte bedanken voor de uitstekende verzorging van de “pakjes”. We zijn er U enorm dankbaar voor hoewel het ons spijt dat mijnheer Italie het niet persoonlijk kon schrijven (of deed hij het toch?) We zijn velen verloren, o.a. fam Italie, de dames Altenberg, de Leeuw, Gobes, Bierschenk en Klein en nog vele kinderen die alle “door” zijn. Ook wil ik nog even vermelden dat Barend de Vries door is en U daarom verzoeken het Betsy mede te delen, want ik zou niet weten hoe het te vertellen. U begrijpt hoe erg het voor ons is ze allen te moeten missen. U namens alle kinderen groetend en nogmaals dankend voor de meer dan buitengewone verzorging eindig ik namens ons allen, een spoedig weerziens.
Sal.L.Montezinos"
Op 19 april schreef Sally een toevoeging aan een brief van Henriëtte Mogendorff, een ander ‘weeskind’:
Westerbork 19 april 1943 (toegevoegd aan een andere brief)
"Waarde fam Stoffels. Ook ik wil een levensteken geven. Tegen de verwachting in ben ik nog steeds hier waar het me naar omstandigheden uitstekend bevalt. Het grootste nieuws heeft Jet al geschreven dat spaart mij tenminste enkele regels want ze heeft niet veel plaats voor me overgelaten. Ook ik wil persoonlijk mijn dank betuigen voor de buitengewone verzorging van de heerlijke pakketjes. Ook hartelijk dank voor de brief. Excuseer U s.v.p. mijn kriebelpoot, ik lig “ziek” te bed met keelpijn. Ik werk hier sinds de tweede dag als “Essenholer” in het “Krankenhaus” en krijg uitstekend eten, ’s avonds krijg ik pap extra en nog een extra rantsoen brood in de vorm van een kwart brood (200 gram) per dag. Het enige waar je te kort aan komt is boter en drinken. De koffie en thee zijn resp. niet al te goed en slecht en het water is bijna vergif zo ijzerhoudend is het. De lucht is hier uitstekend alleen als het waait erg stoffig en als het regent een “baggerzooi” van jewelste. We liggen hier in de nieuwe barak met veel jongelui. Ik hoop a.s. zondag te voetballen. Binnenkort wordt hier ook gekorfbald. Mijn rantsoen papier is verstreken en moet ik gauw afscheid nemen. We hopen allen gauw weer post van u te krijgen en laten we hopen dat we over 14 dagen ons praatje kunnen voortzetten. Vele hartelijke groeten, uw Sal.L.Montezinos"
Sally is op 27 april op transport gesteld. Hij is waarschijnlijk bij aankomst in Sobibor op 30 april door de SS uit het transport gehaald en tewerkgesteld in het turfkamp (Arbeitslager) Dorohucza. Dat kamp werd op 4 november 1943 geliquideerd, waarbij alle nog in leven zijnde gevangenen zijn omgebracht.
Toevoeging van een bezoeker van de website