Margaretha Lisser, dochter van Alexander Lisser en Vogeltje Cohen, was getrouwd met de niet-joodse Marinus Schoemaker. Samen namen zij deel aan het verzet. Ze hadden onder andere onderduikers in huis. Op een gegeven moment moesten zij zelf ondergeduiken. Ze vonden, samen met de moeder ( Vogeltje Lisser-Cohen) en een broer ( Meijer Lisser) van Margaretha een schuilplaats in de Gierstraat in Haarlem.
Margaretha kreeg in deze periode haar derde kind. Tijdens een wandeling is het gezin opgepakt. Via het politiebureau en de gevangenis van Haarlem werden ze doorgestuurd: de echtgenoot en de kinderen gingen naar Vught, terwijl Margaretha naar Westerbork werd gestuurd. Zij is met het laatste transport naar Auschwitz gedeporteerd. Van daaruit is zij in Flossenberg terechtgekomen, alwaar zij is overleden. Haar echtgenoot heeft verschillende kampen overleefd en is na de oorlog met de kinderen herenigd.
Margaretha had nog een broer: Marcus Lisser, die de oorlog eveneens niet heeft overleefd.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Biografie