Judith Kamp was een dochter van Andreas Kamp en Sprientje Jacobs Sanders. Zij trouwde op 22 Mei 1907 in Rotterdam met de 43-jarige Abraham Schelvis uit Amsterdam, een zoon van Nathan Arie Schelvis en Eva Trompetter. Het is niet bekend of het echtpaar kinderen had. Abraham Schelvis overleed op 13 Mei 1935, 71 jaar oud en werd twee dagen later begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.
Als weduwe woonde Judith Schelvis-Kamp in bij de familie van Ephraim Snoek in de Douwes Dekkerstraat 33 III in Amsterdam-West en stond bekend als "Tante Jet". Het echtpaar Snoek, gehuwd in 1934, woonde op op de tweede etage en zij hadden twee dochtertjes, Engelina Selma en Sophia, voor wie "Tante Jet" regelmatig als oppas fungeerde.
Op 26 November 1942 werd Judith Schelvis in Kamp Westerbork geregistreerd en op 4 December werd zij gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij bij aankomst aldaar op 7 December 1942 direct werd vermoord.
Stadsarchief Rotterdam, geboorteakte 55/1876 a011; Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Judith Kamp; website Akevoth/Mokum/Burial Permits; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Judic Schelvis-Kamp en een toevoeging van een bezoeker van de website.