Waldemar Ochs kwam op 3 oktober 1942 in Kamp Westerbork terecht uit het Joodse werkkamp Orvelte. Hij verbleef bijna een jaar in Kamp Westerbork, vooral in barak 59, en werd op 14 september 1943 naar Theresienstadt getransporteerd. Ochs had waarschijnlijk een zogenoemde Frontkämpfer-sperre; als soldaat had hij gevochten in het Duitse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog en daarbij een ijzeren kruis verkregen. Dergelijke Joodse gevangenen werden in Kamp Westerbork voorlopig vrijgesteld van transport.
In Theresienstadt (= het huidige Terezin in Tsjechië; Bohemen) verbleef Ochs eveneens ongeveer een jaar waarna hij op 28 september 1944 werd overgebracht naar Auschwitz. Daar is hij, blijkens gegevens van het Rode Kruis, op 28 februari 1945 (na de bevrijding van dat kamp) overleden.
Deze info werd verkregen van Bas Kortholt, als onderzoeker werkzaam bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
N.B.: zoals bekend werd Auschwitz op 27 januari 1945 door het Rode Leger bevrijd.