Grietje de Groot is in 1885 op tweejarige leeftijd met haar moeder Johanna Hartog uit Steenwijk naar Lochem verhuisd. Haar vader Izak de Groot was in 1884 overleden. De broer van Johanna dreef in de Walderstraat in Lochem een slagerij. Dit zal de reden geweest kunnen zijn dat Johanna met haar peuter naar Lochem verhuisde.
Ze gingen wonen op de Westerwal 19, een paar huizen verwijderd van de nieuwe Lochemse sjoel.
In mei 1902 - Grietje was toen negentien - verhuisde ze naar Amsterdam. Ze bracht anderhalve maand door aan de Prinsengracht 1083, waarschijnlijk bij familie, en kwam toen weer terug naar Lochem.
Haar moeder overleed in 1924. Grietje zal daarna een paar jaar in het huis aan de Westerwal alleen gewoond hebben.
In 1929 is haar adres: Joodsche Invalide aan de Nieuwe Achtergracht in Amsterdam. Zij zal daar opgenomen zijn geweest, aangezien op de gezinskaart de aanduiding staat: 'Ingevolge Invaliditeitswet'. Hierna blijkt zij opgenomen in het Fernandes Nuneshuis aan de Nieuwe Kerkstaat . Van hieruit werd zij met alle andere bewoonsters in 1943 weggevoerd. Als overlijdensdatum geldt 13 maart 1943. Zij is negenenvijftig jaar geworden.
Verhaal