Hartog Mossel, zijn broer David Mossel en zijn schoonbroer Joseph Querido werden in de zomer van 1942 door de nazi’s als dwangarbeiders opgeëist en tewerkgesteld door Organisation Todt bij de bouw van de Atlantic Wall in Noord-Frankrijk. In oktober 1942 werd deze groep van 2.252 dwangarbeiders vervolgens grotendeels via de Dossinkazerne gedeporteerd.
Joseph Querido werd op 24 oktober 1942 als persoon 212 op transport XV naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd, waar hij op 26 oktober 1942 aankwam. Volgens de Auschwitz Sterbebücher, waarvan wij helaas geen kopie bezitten, kwam hij op 29 november 1942 onder ons onbekende omstandigheden om.
David Mossel en Hartog Mossel werden op 31 oktober 1942 vanuit Noord-Frankrijk gedeporteerd : David als persoon 329 op transport XVI, Hartog als persoon 218 op transport XVII (zelfde vertrekdatum). David Mossel zou nooit in Auschwitz-Birkenau aankomen. Hij sprong onderweg uit de trein en wist uit handen van de nazi’s te blijven. Hij overleefde de oorlog.
Hartog Mossel kwam op 3 november 1942 in Auschwitz-Birkenau aan. Hierna verdwijnt elk spoor van hem.
We vonden geen tatoeagenummer of overlijdensakte op naam van Hartog Mossel terug. Dit betekent echter niet noodzakelijk dat hij meteen naar de gaskamers werd gestuurd – voor de meeste arbeiders uit Noord-Frankrijk was dit niet het geval – maar grote delen van het kamparchief werden in 1945 vernietigd. Hierdoor kunnen wij slechts bevestigen dat Hartog Mossel omgekomen is na deportatie, zonder in detail te kunnen treden over plaats, datum of omstandigheden van overlijden.
Bron Kazerne Dossin, Mechelen