Berthe (of Bertha) Rueff was een dochter van Leopold Rueff en Julie Levy uit Basel in Zwitserland. Zij had nog drie broers: Marcel, Paul en Louis en drie zusters Mathilde, Lucie en Celine.
Berthe Rueff trouwde op 15 December 1920 in Amsterdam Jonas Kattenburg, een groot- en kleinhandelaar in schoenen en een zoon van zoon van Samuel Kattenburg en Schoontje Ossendrijver en woonden in de Nieuwe Hoogstraat 29 in Amsterdam. Het echtpaar kreeg drie kinderen, waarvan hun jongste kind Leopold (Leo) op 10-jarige leeftijd in Auschwitz werd vermoord, gelijktijdig met zijn ouders. Hun twee dochters, Schoontje (roepnaam Sieny) en Julie (roepnaam Jetty) hebben door onder te duiken de Holocaust overleefd.
Volgens aantekening op de kaart van Jonas Kattenburg uit het archief van de Joodse Raad waren Berthe en haar man Jonas “gesperrt” wegens “functie”. Hij was vanaf 11 Augustus 1942 inkoper van leder voor de reparatie van schoeisel bij en/of voor de Joodse Raad) De "Sperr" heeft hij verkregen in gebouw Pigol op de Muiderstraat 21. Zelfs toen de familie al in Westerbork was, mocht Jonas Kattenburg het kamp nog verlaten om leder in te kopen. Niet terugkomen was geen optie want dan zouden Berthe en Leo onmiddelijk worden doorgestuurd naar Auschwitz.
Op 26 Mei 1943 werden beiden naar kamp Westerbork gestuurd, waar zij hebben moeten verblijven in barak 60. Vanuit Westerbork hebben Berthe en Jonas nog schriftelijk toestemming gegeven voor het huwelijk van hun toen nog minderjarige dochter Schoontje (Sieny) met Hartog (Harry) Cohen die op 28 Juni 1943 in Amsterdam zijn getrouwd, waarna zij direct na hun huwelijk gezamenlijk zijn gaan onderduiken. De ondertrouw vond plaats aan de toonbank van een warenhuis van V&D in de Amsterdamse Weesperstraat en het huwelijk werd gesloten in de Plantage Parklaan 9, vlak om de hoek van de Hollandse Schouwburg, omdat alle openbare gebouwen inmiddels verboden voor Joden waren. Berthe’s andere dochter Julie (Jetty) is na de oorlog in Den Haag getrouwd met Jozef Sprecher.
Berthe en haar man werden uiteindelijk op 8 Februari 1944 naar Auschwitz gedeporteerd, waar zij bij aankomst op 11 Februari 1944 direct om het leven zijn gebracht.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Bertha Rueff en Jonas Kattenburg, archief Joodse Raad Amsterdam, kaarten van Bertha en Jonas Kattenburg en een toevoeging van een gebruiker van de website.