Verhaal

Door: Corrie

Jacob en Grietje Delmonte

Jacob zat van 3 april 1911 tot 1 september 1922 met een onderbreking op de Amsterdamse dovenschool. Tijdens die onderbreking zat hij van 8 september 1913 tot het einde van het kalenderjaar 1913 op de Groningse dovenschool.

Volgens de gegevens van de Groningse dovenschool was zijn vader schoenmaker van beroep, en was Jacob doof geworden. Hij leerde (nog) niet voor een ambacht. Volgens de gegevens van de Amsterdamse dovenschool was zijn vader machinaal schoenmaker van beroep. In de notulen van de Amsterdamse dovenschool staat vermeld dat Jacob op 1 september 1913 naar de Groningse dovenschool vertrok. Op 1 januari 1914 wordt genoemd dat hij er niet mocht blijven wegens bedwateren. Hij werd opnieuw op de Amsterdamse dovenschool geplaatst, maar wel terug gezet naar de articulatieklas. Op 1 september 1922 vertrok Jacob van school omdat hij niet langer in zijn kosthuis kon blijven. Hij was ook niet geschikt voor een ander kosthuis en moest dus wel van school af, zonder een ambacht te hebben geleerd. Hij vertrok naar Wolvega, de woonplaats van zijn moeder. In februari 1941 staat vermeld dat hij als Jood ontslagen was bij het Gemeentelijk Abattoir, waar hij als slagersknecht werkte. Tenslotte wordt op 14 juli 1942 in het leerlingenboek van de Amsterdamse dovenschool genoteerd dat hij op de Nieuwe Prinsengracht 46 woont en gehuwd is met Grietje Nunes Cardozo.

Jacob trouwde op 10 augustus 1941 met Grietje Nunes Cardozo, doof en oud-leerlinge van de Amsterdamse dovenschool. Zij kregen een zoon: Emanuel (Flip) Delmonte, die de oorlog overleefd heeft. Emanuels onderduiksnaam was Flipje Blom. De naam ‘Flip’ is als roepnaam gebleven. Flip is ook doof.

Jacob was volgens de ledenlijst van 1934, lid van de Amsterdamse dovenvereniging Guyot. 

In het maartnummer van 1937 van het Algemeen Nederlandsch Doofstommen Orgaan staat een advertentie waarin Jacob en Grietje hun verloving op 21 februari 1937 bekendmaken. Verder is in het decembernummer van 1940 een advertentie met nieuwjaarswensen te vinden van Jacob en Grietje.

Jacob wordt vermeld in de lijst leden van de doven-schaakclub Tot Ons Genoegen die in de oorlog omgekomen zijn. In het novembernummer van 1938 is te lezen dat hij de 13e prijs won in de competitie van de schaakclub.

Hij was tevens lid van de Amsterdamse dovenvoetbalclub Amstelstad, de opvolger van de afdeling voetbal van de Amsterdamse Doven Sport Vereniging (ADSV). In het maartnummer van 1938 staat een verslag van een voetbalwedstrijd, waarin gemopperd wordt op Jacob omdat hij zijn taak als rechtshalf niet goed zou uitvoeren. Twee jaar later maakte hij nog altijd deel uit van het team, zoals in het mei/juni-nummer van 1940 te lezen valt in het verslag van de wedstrijd ADSV-OLDI (Oud Leerlingen Doven Instituut).

Een ooggetuige vertelt dat hij een goede voetballer was. Speciaal wordt genoemd dat hij rood haar had.

Media bestand