Joseph Kesing was een zoon van Goedman Kesing en Lena Louteran. Zijn ouders waren op 19 Januari 1850 in Amsterdam gehuwd en kregen in totaal negen kinderen, waaronder Joseph in 1862. Vier van Joseph's zusters waren al vóór de oorlog overleden en begraven op de Joodse Begraafplaatsen Muiderberg en Diemen. Eén broer overleed in April 1943 in Amsterdam en is eveneens begraven in Diemen. De vier anderen, waaronder Joseph zelf, zijn in de Sjoa vermoord.
Op 4 Augustus 1909 trouwde Joseph Kesing in Weesp met Leentje Wittenburg, een dochter van Salomon Wittenburg en Rachel Zeeman. Het echtpaar kreeg één dochter in 1910, Helena, die op 18 Juli 1942 in Amsterdam trouwde met Machiel Gaarkeuken. Beiden zijn in de Holocaust vermoord.
Joseph Kesing en Leentje Wittenburg woonden op de Nieuwe Achtergracht 113 II in Amsterdam. Zijn vrouw Leentje overleed echter op 2 December 1935 en is begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Zijn dochter Helena bleef bij haar vader wonen, zelfs na haar huwelijk, totdat haar vader op 13 November 1942 verhuisde naar de Joodsche Invalide op het Weesperplein 1. Joseph Kesing woonde daar totdat op 1 Maart 1943, 256 personen (verpleegden en personeel) werden gedeporteerd. Slechts enkele personen wisten te ontsnappen. Een groot deel van de gedeporteerden werd op 13 maart 1943 in Sobibor vermoord.
Joseph Kesing behoorde tot deze 256 personen maar werd niet in Sobibor vermoord; op 2 Maart 1943 kwam hij aan in Kamp Westerbork en moest verblijven in barak 69, totdat hij uiteindelijk op 31 Augustus 1943 op transport gesteld werd naar Auschwitz. Hij is daar bij aankomst op 3 September 1943 direct om het leven gebracht.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Joseph Kesing, gezinskaart Joseph Kesing, website www.wiewaswie.nl, huwelijk Joseph Kesing met Leentje Wittenburg en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Joseph Kesing en uit de website https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Joodse_Invalide.