Verhaal

Door: Corrie

Uitstapje dovenschool 1930

Leentje ging van 1 september 1926 tot 22 februari 1939 naar de Amsterdamse dovenschool.

Volgens de gegevens van de school was haar vader brievenbesteller van beroep.

Op 22 februari 1939 werd Leentje tegen het advies van de school in door haar ouders van school gehaald. Volgens haar moeder moest zij meeverdienen, want haar vader verdiende als postbode maar 25 gulden per week en het gezin had twee kinderen.

Leentje werd door haar moeder geplaatst bij een confectiefabriek, de firma Best op de Oosterparkstraat 85, te Amsterdam. Zij werkte in de mantelconfectie en verdiende 2,50 gulden per week. Leentje was naaister van beroep. De toegang tot de avondschool werd haar geweigerd. Volgens de school was Leentje slecht in handwerken en sprak zij slecht: haar spraakontwikkeling was beneden peil.

De laatste notitie bij Leentje is: “Overleden”.

Ooggetuigen herinneren zich Leentje, ze was Joods en ze was een leuk meisje.