Temidden van het krijgsgewoel
Schonk God Zijn liefde als een kracht,
Waardoor, wlk leed ons ook wreed kwelt,
De zielevreugde wordt gebracht.
Al viel de weelde van ons af
En bleef ons slechts een stil geschrei,
De kracht, die ons Zijn liefde gaf,
Maakt ons van het verdriet weer vrij.
Ik dank U, God, voor dit geschenk,
Nu kan ik rustig blijven staan:
Gij gaaft mij liefdevol een wenk,
Ik zal in’t leed niet ondergaan.
Ik ga, het hoofd fier opgeheven.
Er blijft: Gods liefde en Gods woord.
Zij geven waarde aan mijn leven.
Wat zou er zijn wat mij nog stoort?
Nu kan ik ieder leed verdragen:
Er rest mij nog een overvloed
Van onaantastbaar goede dagen.
Ik ga ze blijde tegemoet!
Voor Max Keizer,
Ter herinnering aan zijn Bar-mitswa
Bergen Belsen, 16 Menachem 5704
5 Augustus 1944
J. Gompers