Verhaal

Over het 25e konvooi van 19 Mei 1944.

Van Mechelen naar Auschwitz

Het derde Joods transport van het jaar is het 25e konvooi van 19 Mei 1944; een klein konvooi: 507 personen, waaronder 58 kinderen. Het werd 1 ½ maand na het vorige konvooi, al vanaf 4 April 1944 samengesteld en getuigt van de sterkere jacht op de Joden na de instructies van Maart. Sinds 5 April is het gemiddeld aantal inschrijvingen in Mechelen gestegen tot 15 pers dag. Hoewel het dus is verdubbeld, blijven de resultaten aan de magere kant.

Op 10 Mei waarschuwt de militaire administratie, die nog steeds instaat voor de anti-joodse actie, de hogere overheden dat “gezien de illegale verblijfplaatsen van de meeste Joden”, de verscherpte “evacuatiemaatregelen” met moeilijkheden te kampen krijgen.

De slachtoffers van deze jacht komen op 21 Mei 1944  met het 25e konvooi uit Mechelen in Auschwitz aan. De bij de vorige konvooien merkbare tendens zet zich voort. Nauwelijks 21,3% van de gedeporteerden worde bij aankomst uitgemoord.. Dit lage getal houd echter wel in dat 108 personen voorgoed verdwijnen. De 399 personen die in het kamp opgenomen en meer ingeschreven personen zullen de gevangenschap overleven. Hoewel ¾ omkomt, duiden de 132 overlevende gedeporteerden bij de bevrijding der kampen er op dat het 25e konvooi één van de minst dodelijke was; het overlevingsgetal bedraagt 26%.

 

Uit het Memoriaal van de deportatie der Belgische Joden, blz. 35

Alle rechten voorbehouden