Benedictus Adelaar, geboren op 12 October 1893 in Amsterdam, was een zoon van Emanuel Adelaar en Engeltje Kooker. Hij trouwde op 1 Maart 1917 met Rebecca Slap, een dochter van Asser Slap en Leentje Witteboon. Het echtpaar kreeg drie kinderen, t.w. Engelina op 6 Januari 1918 en op 14 Februari 1922 werd de tweeling Asser en Emanuel geboren.
Benedictus was diamantslijper van beroep en ging na zijn huwelijk met Rebecca wonen in de Lepelstraat 91 III in Amsterdam-Centrum maar verhuisde op 2 Augustus 1929 naar de Topaasstraat 10 I in Amsterdam-Zuid. Op 14 Mei 1930 overleed daar zijn vrouw Rebecca Slap; zij werd begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.
Op 24 Juni 1931 trad Benedictus Adelaar opnieuw in het huwelijk met de vijf-jaar jongere zuster van de overleden Rebecca, Greta Slap, met wie hij verder geen kinderen kreeg. Benedictus bleef wonen in de Topaasstraat 10 I en zijn tweede vrouw Greta trok bij het gezin in.
Engelina Adelaar, de oudste van de drie kinderen, trouwde op 1 April 1942 met Louis Bacharach. Beiden werden in Sobibor vermoord: Engelina op 2 April 1943 en Louis op 28 Mei 1943.
De tweeling Asser en Emanuel hebben gevolg gegeven aan de oproep voor werkverruiming in Duitsland en hebben zich op 13 Juli 1942 in Westerbork gemeld. Op 16 Juli gingen zij op transport naar Auschwitz en na aankomst ca 18 Juli werden zij als gevangenen nrs. 47892 en 47893 als dwangarbeiders tewerkgesteld. Op enig moment zijn zij daar om het leven gekomen, maar niet bekend is waar en wanneer. Daarom is na de oorlog vastgesteld dat zij op 30 September 1942 in Auschwitz zijn overleden
Benedictus Adelaar werd samen met zijn schoonzuster Greta Slap, die in Juni 1931 zijn tweede vrouw geworden was, in de nacht van 11 op 12 Februari 1943 gearresteerd en afgevoerd naar het concentratiekamp Vught. Benedictus verbleef daar in barak 41b en zijn vrouw Greta in barak 33b.
Op 8 Juni 1943 werden beiden vanuit Vught via Westerbork naar Sobibor gedeporteerd; dit transport werd bekend als het z.g. kindertransport. De meer dan 1000 kinderen van dat transport werden bij aankomst in Sobibor op 11 Juni 1943 direct vermoord. Het totale aantal slachtoffers wat op 8 Juni naar Sobibor werd gedeporteerd, waaronder ook Benedictus Adelaar en Greta Adelaar-Slap, bedroeg overigens 3017 gedeporteerde personen, die na aankomst op 11 Juni 1943 allen onmiddellijk in de gaskamer van Sobibor om het leven werden gebracht.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart en gezinskaart Benedictus Adelaar, archiefkaarten Engelina, Asser en Emanuel Adelaar, woningkaart Vechtstraat 155 Amsterdam; website wiewaswie.nl/huwelijken Adelaar/Slap; website hetstenearchief.nl/graf Rebecca Adelaar-Slap; wikipedia website Jodentransport vanuit Nederland.nl en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Benedictus Adelaar, Greta Slap en van Engelina, Asser en Emanuel Adelaar