Aron van West – doorgaans Ab genoemd – was een zoon van Joseph van West en Gracia Rodrigues Pereira. Hij was geboren op 18 Juni 1908 in Amsterdam en hij woonde bij zijn geboorte met zijn ouders in de Nieuwe Kerkstraat 70 II. Aron had nog een ruim één jaar oudere broer Emanuel, die Willem werd genoemd en een jongere zus Klara, die ruim een jaar jonger was dan hij.
Aron van West zat in boeken. Hij werkte bij de boek- en prentenhandel Emmering in Amsterdam, die ook een antiquariaat hadden. Maar hij had het daar niet naar zijn zin en wilde voor zichzelf een antiquariaat beginnen. Hij moest dus boeken op veilingen kopen en daar was geld voor nodig. Een Duitser die hij kende - waarschijnlijk een relatie van boekhandel Emmering waar hij werkte - en die geld had, zou Ab financieren. Deze Duitse relatie kwam met zijn vrouw naar Amsterdam in de Johannes Vermeerstraat. Achteraf bleek deze Duitser toch geen geld te hebben om Ab's zakelijke plannen te financieren en dus moest het geld daarvoor elders vandaan komen: bij Ab's ouders dus.
Inmiddels was Aron van West zelfstandig boekhandelaar geworden en was verloofd met Juliette Barmes, die geboren was op 11 Januari 1913 als dochter van Joseph Barmes en Lucie Rueff. Zij trouwden op 30 December 1936 in Amsterdam en betrokken daarna een eigen woning in de Uithoornstraat 11 huis in Amsterdam-Zuid waar zij een boekhandel en bibliotheek hadden en een agentschap van het N.I.W., het Nieuw Israelitisch Weekblad. Op 7 September 1939, nadat Ab de winkel had verkocht, verhuisde hij met zijn vrouw Juliette en pas geboren dochter Gracia (Grace), naar de Curacaostraat 18 II, nabij het Surinameplein in Amsterdam-West en kreeg toen een baan als boekverkoper bij de boekwinkel van de Arbeiderspers (A.P.) in de Amsterdamse Jan Evertsenstraat en zijn vrouw Juliette werd in 1941 depothouder van het “Joodsche Weekblad”, dat de verplichte en officiële spreekbuis van de Joodse Raad was geworden nadat de Duitsers dat hadden bevolen.
Aron van West is op op 6 Augustus 1942 bij een razzia in Amsterdam opgepakt en overgebracht naar de Hollandsche Schouwburg. Zijn chef, de heer Van Eugen had goede connecties en trachtte hem de volgende dag uit de Schouwburg te krijgen maar Aron bleek diezelfde nacht nog te zijn doorgestuurd naar Westerbork en op 7 Augustus gelijk op transport gesteld naar Auschwitz waar hij bij aankomst als dwangarbeider werd tewerkgesteld. En uit de “Sterbebücher van Auschwitz” zou blijken dat Aron van West daar op 21 Augustus 1942 is vermoord. (lees ook het 4e verhaal).
De omstandigheden waren daar onmenselijk en na de oorlog was het niet bekend wanneer precies, waar en onder welke omstandigheden Aron van West om het leven gekomen was. Daarom heeft het Nederlandse Ministerie van Justitie na de oorlog opdracht gegeven aan de Gemeente Amsterdam om voor Aron van West een overlijdensakte op te maken, waarin is vastgesteld dat hij in Auschwitz is overleden op 30 September 1942.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Joseph van West en Aron van West, archiefkaarten van Aron van West en Juliette Barmes; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Aron van West; wikipedialijst van jodentransporten vanuit Nederland.nl, de overlijdensakte voor Aron van West, nr. 140 d.d. 4 Augustus 1950 uit het A-register 45, folio 25 en informatie van de weduwe van Aron van West.