Verhaal

Tante Grethe

Grethe en Siegbert Davidsohn

Margarete (Grethe) en haar man Siegbert kwamen uit Berlijn naar Amsterdam toen het in Duitsland te gevaarlijk werd voor Joden. Haar zuster, Ellen Kohn, die al voor de oorlog was getrouwd met de Nederlandse, niet-joodse HTH Wijdeveld, woonde in de Vossiusstraat in Amsterdam. Toen Grethe en haar gezin naar Amsterdam kwamen, gingen Ellen en HTH juist naar Zuid Frankrijk en Grethe kon in het huis op de Vossiusstraat wonen. Grethe was violiste. Zij gaf les aan het conservatorium in Berlijn, dat door haar eigen moeder, de pianiste Ruscha Kohn-Schönfeld, was opgericht. 

Toen de deportaties begonnen, kwamen er vele waarschuwingen en aanbiedingen om het gezin onder te brengen, maar zij weigerden. Zij "wilden niemand in gevaar brengen." En ook zei zij: "Wij redden het wel, wij zijn sterk." Zij dachten dat ze naar een werkkamp gebracht zouden worden.

De familie was heel muzikaal. Voor mijn moeder, Ruscha Wijdeveld, was haar tante Grethe heel belangrijk omdat haar eigen ouders een aantal jaren in Z.Frankrijk woonden toen zij als jong-volwassene op zichzelf woonde. Mijn moeder was kind aan huis op de Vossiusstraat, waar altijd muziek was: Altijd werden trio's of kwartetten gespeeld en oom Siegbert, die voor de oorlog als bankier werkte, had een heel mooie stem en zong vaak liederen. Mijn moeder was heel trots op hun allemaal. Zij vertelde dat het zo bijzonder was dat iedereen vrijwel meteen na aankomst in Amsterdam werk had gevonden of zelf gecreëerd. Zo had de zoon Joachim, die op zijn 24e in Mauthauzen is doodgeschoten ("auf die flugt erschossen worden") met een vriend samen een bedrijf opgezet waar dames een patroon konden uitkiezen uit verschillende modebladen. Dat werd dan door hun op maat gemaakt van de zelf gekozen stof. Een groot succes. 

In 1943 is het hele gezin, inclusief hun kleinkind van 1.5 jaar via Westerbork naar Sobibor getransporteerd, waar ze zijn vermoord.