Aron Barendse was een zoon van Isaac Barendse en Sophia van Gich, geboren op 10 September 1904 in Rotterdam. Hij was reiziger van beroep en trouwde – vermoedelijk in Dordrecht - met de niet-Joodse Dirkje Elisabeth Rackwitz. In 1944 werd een zoon geboren, Willem Victor August Barendse, die echter op 2-jarige leeftijd op 4 April 1946 in Rotterdam overleed.
Na het overlijden van zijn vader op 27-jarige leeftijd in 1906 en van zijn moeder in 1928, werd zijn oudste broer Benjamin Barendse hoofd van het gezin en de broers Benjamin, Abraham, Aron en zus Belia woonden samen in de Goudschestraat in Rotterdam. Op 29 Januari 1929 verlieten Abraham, Aron en Belia hun broer om elders zelfstandige woonruimte te zoeken. Broer Benjamin trouwde daarna in 1932 met Hendrika David, een dochter van Isaac David en Elizabeth Velleman.
Aron Barendse woonde daarna op diverse adressen in Rotterdam en Hillegersberg op kamers en eindigde op 12 Mei 1938 in de Teilingerstraat 71b in de Agniesebuurt van Rotterdam. Daarna volgde een verhuizing de Russischestraat 54b in Oud Mathenesse en vervolgens naar de Rijswijkscheweg 39 in Den Haag, waar hij volgens de gemeente Den Haag in April 1942 nog woonde.
Op 16 Februari 1943 werd Aron Barendse vanuit Den Haag afgevoerd naar Westerbork waar hij terecht kwam in barak 51. Omdat hij gemengd gehuwd was heeft hij direct pogingen ondernomen om papieren te verkrijgen waarmee hij kon bewijzen dat zijn echtgenote van arische afstamming was. Die papieren moesten volgens de Gemeente Rotterdam uit Dordrecht komen omdat het huwelijk daar zou hebben plaatsgevonden. Op 11 April wordt er nog namens Aron via de Joodse Raad navraag gedaan hoe het met zijn vrouw Dirkje Elisabeth Barendse gaat, die dan in de Duitschestraat 12b in Rotterdam woont.
Op 20 April 1943 wordt zijn bagage geplaatst in de strafbarak 66 en het lijkt dat Aron ingesloten werd in de strafbarak 67, waar hij een week om niet bekende redenen moet verblijven; op 27 April wordt hij weer geplaatst in barak 51 en zijn bagage volgt eveneens. Uiteindelijk wordt Aron Barendse op 18 Mei 1943 op transport gesteld naar Sobibor waar hij bij aankomst op 21 Mei 1943 onmiddellijk in de gaskamers daar wordt vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, meerdere gezinskaarten van Aron Barendse en van Sophia van Gich; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Aron Barendse en de overlijdensakte uit Rotterdam voor Aron Barendse, inventaris 1950V1- folio v1-162, akte nr. 1950.957.