Esther Presser-Santcroos overleefde als enige van het gezin het verloren transport, de trein vol zieke en ernstig verzwakte mensen, die vertrok uit Bergen-Belsen en na een dwaaltocht van dertien dagen bij Tröbitz door de Russische troepen werd bevrijd. Via Leipzig keerde zij op 14 augustus terug in Amsterdam. Haar persoonskaart geeft aan dat zij op 6 november op Hobbemakade 118 I werd ingeschreven. Ze hertrouwde in 1946 met architect Adolph Eibink, die vanaf 1942 wegens verzet tegen de Kultuurkammer tot het einde van de oorlog gedetineerd was in strafgevangenis Scheveningen en vervolgens in gijzelaarskamp Sint-Michielsgestel. Ze woonden in Amsterdam en verhuisden eind 1956 naar Bergen NH. Het echtpaar maakte op 23 augustus 1975 gezamenlijk een eind aan hun leven.
Verhaal