Bram Muller werd in het voorjaar van 1942 te werk gesteld in het Joodse Werkkamp Kremboong. Daar moest in opdracht van de Nederlandse Heidemij de heide ontgonnen worden. In juli moest de hele groep naar Westerbork lopen. In Westerbork kon Bram aan het werk als timmerman, er was werk genoeg. Later kwamen zijn ouders en zijn zus Jeannette en zijn broer er ook. Omdat Bram 'gesperrt' was werden zij het ook. In 1944 moesten zijn ouders toch weg, naar Bergen Belsen waar zijn vader overleed, terwijl zijn moeder doorgestuurd werd naar Auschwitz en daar vermoord werd.
Bram wist te ontsnappen toen hij met een werkploeg van Westerborkers elders aan de slag moest. Normaal gesproken werd achtergebleven familie dan gestraft met transport, maar er ging geen transport meer. Zus Jeannette werd in Westerbork bevrijd, Bram kon in mei 1945 tevoorschijn komen uit de onderduik. Aldus het verhaal op de website van Herinneringscentrum Westerbork.
https://bevrijdingsportretten.nl/portret/bram-jeanette-muller/