David Vos, zoon van Mozes Vos en Maria Polak, was geboren op 27 Mei 1899 in Amsterdam. Hij was journalist van het Handelsblad van beroep maar begon als kantoorbediende en werd later administrateur. Op 19 Mei 1926 trad hij in Amsterdam in het huwelijk met Sipora Veffer, die op 5 Januari 1901 in Amsterdam geboren was als dochter van Abraham Veffer en Catharina Appelboom. Op 8 Juli 1928 werd hun dochter Maria Catharina geboren.
Het echtpaar Vos-Veffer woonde in de Retiefstraat, in de Vrolikstraat, Transvaalstraat en als laatste adres vanaf 3 October 1928 in Christiaan de Wetstraat 32 in Amsterdam-Oost. Zowel Sipora Veffer als haar dochter Maria Catharina hebben de Holocaust overleefd; David Vos is uiteindelijk op 28 Januari 1944 in Auschwitz vermoord.
Aantekeningen op zijn registratiekaart van de Joodse Raad geven aan dat David Vos (om ons onbekende redenen) op 12 Maart 1942 naar de strafgevangenis in Scheveningen werd gestuurd. Van daar werd hij op 17 Juli 1942 doorgestuurd naar kamp Amersfoort, waar hij tot 18 Januari 1943 verbleef en waar hij volgens een aantekening op zijn kampkaart uit Vught “ziek geweest” was. De 18e Januari 1943 kwam hij binnen in het concentratiekamp Vught en op 31 Maart 1943 werd hij opnieuw doorgezonden, nu naar Westerbork. Daar kwam hij terecht in barak 6, het kampziekenhuis waar David Vos verbleef op zaal 3, de mannenafdeling. Later werd David Vos ondergebracht in barak 57. Op 25 Januari 1944 werd hij op transport gesteld naar Auschwitz waar hij bij aankomst op 28 Januari 1944 direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau werd vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam gezinskaart David Vos, archiefkaarten van David Vos en Sipora Veffer; website ITS Arolson/kampkaart Vught van David Vos en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van David Vos, Sipora Vos-Veffer en Maria Catharina Vos. Zie ook het volgende “verhaal” van het NIOD.