Isaäc Vos was geboren op 25 April 1868 in Amsterdam als een zoon van Abraham Joseph Vos en Alida de Vries. Hij trouwde met Mietje Visser op 30 December 1891 in Amsterdam. Mietje was daar geboren op 29 Januari 1869 als een dochter van Barend Visser en Sientje Abraham Berkhof.
Het echtpaar Vos kreeg in totaal tien kinderen, t.w. Alida in Mei 1892, Barend in November 1893, maar hij stierf al na ruim een maand, begin Januari 1894. Voorts kwamen Rebecca in October 1894, opnieuw een Barend in September 1896, die wegens zijn gemengde huwelijk de Holocaust heeft overleefd. Abraham werd geboren in September 1898, Bloeme in Januari 1901, Eva in April 1903, Benjamin in April 1907; hij overleefde de Holocaust eveneens en overleed in 1983 in Nieuwegein. Dan kwamen nog Joseph in Mei 1910 en Heintje in November 1911.
Na hun huwelijk wat op 30 December 1891 gesloten was, woonden Isaäc en Mietje op de Zwanenburgwal 33 in Amsterdam, maar verhuisden al op 24 Maart 1892 naar de Joden Houttuinen 73. Daarna volgden nog verschillende verhuizingen in dezelfde straat en nog diverse andere naar o.a. de Markensteeg, het Rapenburg, Vrolikstraat, Retiefstraat en uiteindelijk op 31 Mei 1935 naar de Cilliersstraat 27 hs in Amsterdam-Oost.
Behalve de vele verhuizingen in Amsterdam trok Isaäc met zijn vrouw Mietje en de toen al geboren kinderen Alida en Rebecca vanaf Mei 1896 tot Juli 1896 naar Antwerpen waar Isaäc mogelijk als diamantslijper werk trachtte te vinden, maar na twee maanden keerden zij, kennelijk zonder succes, al weer terug in Amsterdam. In het Amsterdamse bevolkingsregister stond Isaäc geregistreerd als werkman, colporteur en diamantslijper.
Isaäc Vos werd vanaf Mei 1935 hoofdbewoner van het adres Cilliersstraat 27 hs. Hij kwam daar vanaf de Archimedesweg en een aantal van zijn kinderen en schoonkinderen woonden bij hem in. Zo woonde daar ook Wijbe van der Hoek, de latere ex van Bloeme Vos. Zij scheidden op 8 December 1938. Ook woonden daar zijn zoon Barend met zijn zoon Jaak. Verder Isaäc’s zonen Joseph en Abraham en zijn dochter Alida die ongehuwd was. Isaäc’s vrouw Mietje Visser overleed nog voor de oorlog, op 24 Mei 1937 en zij werd begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.
De 75-jarige Isaäc Vos kwam ten tijde van de grote razzia’s in Mei1943 in Westerbork in barak 65 terecht en werd gelijk al in een transport van meer dan 2860 gedeporteerden op 25 Mei 1943 doorgestuurd naar Sobibor. Bij aankomst aldaar op 28 Mei 1943 werd hij direct in de gaskamers daar vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten en archiefkaart van Isaäc Vos; woningkaart Cilliersstraat 27 hs in Amsterdam; website hetstenenarchief.nl/ graf Mietje Vos-Visser; het Antwerps Vreemdelingen dossier nr. 86817 met Isaäc Vos; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Isaäc Vos en de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl.