Verhaal

Doetinchem, de bezettingsjaren.

Uit Pinkas, pagina 339

De deportatie van de Joden in Doetinchem voltrok zich in fasen. Op 7 October 1942 rukte een eenheid van de Ordnungspolizei, gegidst door een plaatselijke politieagent, uit om 12 Joden op te pakken die waren uitgekozen volgens een tevoren opgestelde lijst. Slechts 5 mensen werden thuis aangetroffen: de meerderheid was uit voorzorg verdwenen, sommigen n.a.v. verscheidene gebeurtenissen in de provincie, anderen dank zij de waarschuwing die tevoren was gegeven door de plaatselijke politie. 

Een tweede arrestatiegolf volgde in de nacht van 17/18 November 1942. Er werden toen 68 mensen opgepakt. In April 1943 moesten de overgebleven Joden de stad verlaten in het kader van de concentratie van alle Nederlandse Joden in Amsterdam en in de kampen.  In totaal zijn 150 Joden gedeporteerd naar het Oosten, allen zijn vermoord. Een dertigtal Joden is er in geslaagd de oorlog te overleven, voornamelijk door onder te duiken.  

Bron: “PINKAS”, de Geschiedenis van de Joodse Gemeenschap in Nederland  -  Doetinchem blz. 338-340. 

Alle rechten voorbehouden