Verhaal

Vermist maar niet vergeten

Mordechai Rodrigues (1874) is tijdens een drie weken durende razzia in België, samen met zijn dochter Rebecca Rodrigues  (1900) op 16 september 1942, uit de kelder van hun huis in Brussel opgepakt. Zij werden naar het SS-verzamelkamp in Mechelen overgebracht en van daaruit op 26 september 1942, beiden op transport gesteld naar Auschwitz.
Daar twee dagen later aangekomen, ontbreekt elk spoor. Een overlijdensverklaring ontbreekt. Gezien zijn leeftijd werd Mordechai, volgens het Kazerne Dossin in Mechelen, België en de Arolsen Archieven in Bad Arolsen, Duitsland, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, direct bij aankomst op 28 september 1942 naar de gaskamer gestuurd.
Zijn dochter trof 
hoogstwaarschijnlijk hetzelfde lot. Haar naam komt niet voor op de lijsten van degenen die naar het werkkamp werden gestuurd, noch op de lijsten met tatoeagenummers.
Ambtelijke lijsten, échte mensen. Uit huis geplukt, op transport gesteld, twee weken later gedood, sindsdien formeel 'vermist'. Maar niet vergeten.