Verhaal

Over de vlucht van Josef en Hermine

Samenvatting door Hardy Damen van verhaal over echtpaar Hupka in 'Oranjemarechaussee'

In november 1942 vluchtten de uit Oostenrijk gevluchte Joodse mensen Josef Hupka en zijn echtgenote Hermine Brüll uit Amsterdam richting Nederlands-Belgische grens. Zij werden tegen vergoeding begeleid door wat we momenteel (2022) een mensensmokkelaar zouden noemen. Tijdens de oorlog ‘Schleppers’ genoemd. Het was hun bedoeling via België naar Vichy-Frankrijk te vluchten met mogelijk als uiteindelijk doel Engeland het land waar hun dochter [1] Marie woonde. Hun zoon [2] Robert woonde toen in de Verenigde Staten. De ‘Schlepper’ bleek een bedrieger, bij de grens aangekomen liet hij de vluchtelingen in een bosgebied achter, hij nam de benen. In tegenstelling tot de afspraak kwam niemand opdagen om hen verder over de grens te helpen. Angstig, teleurgesteld, verdrietig en vermoeid hielden ze zich verborgen in het bos. Tijdens een patrouille ontdekte een ‘goede’ marechaussee hen, deze werkte samen met het lokale [3] verzet, hij nam de hulpelozen mee naar een veilige plaats. Tijdens de tocht droegen de vluchtelingen handboeien bij wijze van camouflage en ter legitimering van de geüniformeerde marechaussee. Ze werden aan het verzet overgedragen op het onderduikadres, een boerderij aan de grens te Nieuwkerk, een gehucht op de Nederlands-Belgische grens tussen Goirle en Poppel. Waarna de marechaussee zich naar hotel ‘De Golf’ op Nieuwkerk begaf. In het begin van de oorlog was dit hotel gevorderd voor diverse doeleinden zoals de huisvesting van  marechaussees die behoorden tot de brigade Goirle. Zij hadden tot taak in dit grensgebied te controleren. Hierdoor waren zij ook in de gelegenheid om vluchtelingen te helpen onderduiken of de grens te overschrijden. Zelfs in het hotel vonden joodse families onderdak, ondanks regelmatige controles en huiszoekingen door Duitsers. De volgende dag ging het echter op hun onderduikadres niet goed met de gisteren overgedragen vluchtelingen. De hinderlijke aanwezigheid ter plekke van Duitse militairen, van een NSB-veldwachter, van controle van persoonsbewijzen door een Nederlandse NSB-politieman. Deze voor hen gevaarlijke activiteiten dwongen hen de onderduikboerderij te verlaten. Josef en Hermine Hupka werden diep in het bos in een leegstaande eeuwenoude grafkelder ondergebracht.

Gezien de gang van zaken leek het Josef en Hermine Hupka het beste om naar Amsterdam terug te keren. Zoals veel Joodse vluchtelingen hadden ze twee dodelijke capsules bij zich, gekregen van een bevriende Amsterdamse dokter, om eventueel te gebruiken bij uitzichtloze situaties.  Ze besloten ondanks de omstandigheden daar geen gebruik van te maken. Ze kozen er voor de moed niet op te geven in de hoop hun kinderen terug te zien. Hupka had enveloppen en zakjes bij zich met persoonlijke documenten, sieraden en andere bezittingen, deze overhandigde hij aan de marechaussee met het verzoek deze te zijner tijd bij hen te bezorgen in Amsterdam. Als Josef en Hermine in Duitse handen mochten vallen… dan konden de marechaussees de eigendommen behouden.

Ondertussen waren voor de terugkeer vanuit het Amsterdamse verzet treinkaartjes geregeld voor het echtpaar Hupka en onder begeleiding van een koerierster reisden ze vanaf Tilburg per trein naar Amsterdam, de reis verliep goed en zij waren weer in de Hoofstad aan de Zuider Amstellaan. Een van de oranjemarechaussees bezocht hen een paar weken later om te zien hoe het hen verging en ook om de enveloppen en zakjes terug te brengen.

Als dank mocht hij uit een van de zakjes een kostbaar sieraad kiezen, hij weigerde dit maar Hupka drong aan en de marechaussee accepteerde het en vertrok terug naar Goirle met vergroot voornemen het nazigeboefte tot het uiterste te bestrijden.

Drie jaar later in 1945 vernam hij dat Josef en Hermine Hupka op 5 april 1944 naar Theresienstadt zijn overgebracht.

 

[1] Marie Ilse Mathilde Hupka , Wenen 25 01 1924 – Devon  1998 | echtgenoot John Alfred Parkinson

[2] Robert E. Hupka, Wenen 26 08 1919 – New York 03 07 2001

[3] Hij was wat later een oranjemarechaussee genoemd werd.