Betje van Geldere was de twaalfde van de dertien kinderen van Salomon van Geldere en Sophia Polak. Zij was op 9 December 1875 in Rotterdam geboren en op 17 Juni 1903 in Rotterdam gehuwd met de slager Benjamin Manassen, geboren op 20 November 1872 in Druten als zoon van Mozes Manassen en Jeannette Vles.
Het echtpaar Manassen-van Geldere kreeg drie kinderen, t.w. Sophia Jeannette in 1903, Jeanette in 1906 en Salomon Mozes in 1908. Sophia Jeannette was in 1930 gehuwd met Jacob Zeldenrust en hebben de Holocaust overleefd. Ook Salomon Mozes, die in 1938 met Saartje Cohen gehuwd was, hebben zeer waarschijnlijk de oorlog ook overleefd. Alleen dochter Jeannette, die gehuwd was met Mozes Hijman Lezer zijn tijdens de Sjoa vermoord. Hun zoontje Menno daarentegen heeft de Holocaust overleefd.
Benjamin Manassen overleed op 17 October 1937 in Tiel. Zijn weduwe, Betje Manassen-van Geldere, die in 1943 in de Waldeck Pyrmontlaan 16 in Rijswijk woonde, werd van daar op 31 Maart 1943 overgebracht naar het kampziekenhuis van Westerbork, wat gevestigd was in barak 85A Zij werd op 13 April 1943 op transport gesteld naar Sobibor met ruim 1200 andere slachtoffers, en bij aankomst aldaar werd zij onmiddellijk in de gaskamers vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Salomon van Geldere; huwelijksakte uit 1903 Manassen x van Geldere; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Betje Manassen-van Geldere en de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl