Meijer Mug was de middelste van de drie kinderen van het doofstomme echtpaar Isaäc Mug en Esther Brilleman. Hij was geboren in Rotterdam op 11 Augustus 1919 en had nog een oudere broer Abraham (1917) en een jongere zus Mietje (1923).
Zijn broer Abraham trouwde in Maart 1940 met Mietje Coster, een dochter van Barend Coster en Betje van Coevorden. Zij woonden ìn Doezastraat 29a te Rotterdam, waar Abraham op 13 Maart 1942 wegens zwarte handel werd gearresteerd en na door de Rotterdamse Politie in bewaring te zijn genomen via Kamp Amersfoort naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij op 30 September 1942 om het leven is gekomen.
Mogelijk was de zorg van de ouders voor de kinderen te zwaar want zijn zus Mietje werd al in Augustus 1931 ondergebracht bij haar opa en oma Brilleman in Amsterdam, waar zij 1½ jaar heeft gewoond en van waar zij in Januari 1933 weer thuiskwam. Maar al op 3 September 1936 werd zij geplaatst naar het Orthodox Joods tehuis Beth Dina in Santpoort-Zuid, een tehuis waar Joodse meisjes uit achterstandsmilieus een veilige en deugdzame opvoeding konden krijgen.
Kort na de thuiskomst van zijn zus Mietje werd de 14-jarige Meijer Mug op 11 April 1934 geplaatst in het Rijks Opvoedings Gesticht “De Kruisberg” in Doetinchem. Daar verbleef hij tot September 1937 maar al een jaar later, op 30 Augustus 1938 werd Meijer Mug geplaatst in het Rijks Opvoedingsgesticht “Op den Berg” aan de Utrechtseweg 247 in Amersfoort.
Meijer Mug , van beroep koopman en matroos, kwam vanuit Amersfoort op 3 Juli 1940 in Nijmegen en trok in bij het “Arische” gezin van Johannes Reinier Kuiper, die gehuwd was met Cornelia Hendrika van Driel in de Piet Heinstraat 33. Met hun dochter, Elisabeth Kuiper, fabrieksarbeidster in een kunstzijdefabriek, trad Meijer Mug op 6 September 1940 in Nijmegen in het huwelijk. Zij kregen samen twee kinderen, t.w. Esther Cornelia op 26 Maart 1941 en op 19 September 1942 werd zoon Meijer geboren.
Op hun trouwdag, 6 September 1940 werden Meijer en Elisabeth geregistreerd op hun eigen woonadres in Nijmegen: Jan de Witsttraat 79, waar hun dochter Esther geboren werd. Maar op 21 Juli 1942 trekt het gezin Mug opnieuw in bij de familie Kuiper in de Piet Heinstraat 33 (al dan niet gedwongen wegens hun gemengde huwelijk) en daar wordt in September 1942 hun zoon Meijer geboren.
Niet lang na hun verhuizing naar de Piet Heinstraat 33, werd Meijer Mug, die inmiddels weer als koopman in het onderhoud van zijn gezin probeerde te voorzien, op 5 Augustus 1942 gearresteerd d.m.v. een Schutzhaftbefehl in preventieve hechtenis genomen en op 6 Augustus doorgestuurd naar het Polizeiliche Durchgangs Lager (PDL) Amersfoort, waar hij gevangenennummer 1213 kreeg. Niet bekend is welke “overtreding” Meijer Mug jegens de bezetter zou hebben gemaakt, die zijn Schutzhaft kon rechtvaardigen.
Door zijn arrestatie van begin Augustus 1942, heeft Meijer Mug de geboorte van zijn tweede kind, zijn zoon Meijer, op 19 September 1942 geboren werd, niet mee kunnen maken. Hij verbleef toen in Kamp Amersfoort, van waar hij enkele maanden later naar Mauthausen zou worden doorgestuurd.
Op 5 November 1942 kwam Meijer Mug in Mauthausen, waar hij gevangenennummer 13940 kreeg en waar hij uiteindelijk op 22 Januari 1943 om het leven is gekomen. In de Todfallsaufname (overlijdensakte) die op 23 Januari 1943 in Mauthausen werd opgemaakt, werd o.a. vermeld dat hij “goudhandelaar” was, maar over zijn doodsoorzaak werd niets vermeld.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Isaäc Mug; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Meijer Nus (fout-moet Mug zijn); website ITS Arolson/Schutzhaftbefehl PDL Amersfoort voor Meijer Mug; Todfallsaufnahme (overlijdensakte) Meijer Mug uit Mauthausen; archief Nijmegen/persoonskaarten Elisabeth Kuiper en Meijer Mug;woningkaart Piet Heinstraat 33 Nijmegen; website oorloginnijmegen.nl/wie – pagina 1078 e.v. en informatie van een gebruiker (W.Oosterbaan) van de website.