Zoals alle weeskinderen zal Rozet het weeshuis na haar 18e verjaardag hebben verlaten. Ze had de Industrieschool afgemaakt en is mogelijk aan het werk gegaan als dienstbode bij de weduwe Rachel Acathan-Leon, Nieuwe Keizersgracht 15-huis. In elk geval woonde Rozet bij haar in huis. Volgens haar Joodse-Raad kaart (die door het Arolsen Archief openbaar gemaakt is) werkte ze eerst als schoonmaakhulp in het meisjesweeshuis en is ze op 12 mei 1943 overgeplaatst van de Joodsche Vereniging voor Verpleging en Verzorging naar de afdeling Voedselvoorziening van de Joodse Raad. Door dat werk had ze een Sperre.
Eind mei werd echter een groot deel van de Sperren ongeldig omdat er steeds minder hulpkrachten nodig waren bij de snel afnemende Joodse bevolking. Op 25 mei 1943 werd Rozet geregistreerd in Westerbork, op 1 juni werd ze op transport gezet en drie dagen later is ze vermoord.