Sara van West, het zesde kind van Hartog van West en Bloeme van West, was in Amsterdam geboren op 28 Novembe 1903. Zij was naaister van beroep, ongehuwd, en woonde tot aan haar deportatie thuis bij haar ouders in de 2e Boerhaavestraat 13 III. Dat was ook het laatst bekende adres waar haar moeder Bloeme woonde als weduwe van Hartog van West sinds 1937 en waar ook Sara’s nicht, Schoontje van West woonde, een dochter van haar oom Emanuel van West die in 1930 als weduwnaar van Heintje Prins naar Zuid-Afrika emigreerde.
Begin Mei 1943 werd Sara van West opgepakt en in de nacht van 6 op 7 Mei 1943 afgevoerd naar het concentratiekamp Vught. Als naaister werd zij in Vught tewerkgesteld als confectie-stikster bij het commando (of firma) Elion. Zij werd op 15 November met een rechtstreeks transport vanuit Vugt gedeporteerd naar Auschwitz. Dit transport met in totaal 1149 gedeporteerden kwam op 18 November in Auschwitz aan. Daar werd Sara opnieuw voor dwangarbeid geselecteerd, maar het is niet bekend waar en welke “werkzaamheden” zij heeft moeten doen noch wanneer precies zij daar, of elders om het leven is gekomen.
De Nederlandse Autoriteiten hebben na de oorlog vastgesteld, mede op basis van getuigenissen van overlevenden en onderzoek, dat Sara van West niet meer na 31 Januari 1944 in leven zou kunnen zijn. Daarom heeft de Gemeente Amsterdam opdracht gekregen om voor Sara van West een akte van overlijden op te maken, waarin is vastgelegd dat zij op 31 Januari 1944 in Auschwitz of in de omgeving van Auschwitz is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Bloeme van West, gezinskaarten van Hartog van West en Emanuel van West, archiefkaart van Sara van West; het archief van de Joodsche Raad, registratiekaarten van Sara van West; website ITS Arolson archieven/ kampkaart Vught van Sara van West; Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl en de overlijdensakte nr.526 d.d. 7-9-1951 uit het A-Register 85-folio 89v), opgemaakt te Amsterdam voor Sara van West