Verhaal

Freddie de Wit, huisarts in Tilburg 1936-1941

Een jonge Joodse huisarts, een vergeten slachtoffer van de Holocaust

Hoe kan het toch bestaan dat een jonge  huisarts uit Tilburg na de oorlog niet meer terugkwam en dat hij bijna vergeten is. Dat hij van Joodse afkomst was verklaart het eerste punt, maar het tweede punt, dat hij bijna vergeten wordt, dat laten wij ons toch niet gebeuren! Dankzij het kostbare archief van de Geneeskundige Kring Tilburg e.o. en contacten met zijn nabestaanden, kunnen wij nu het portret maken van Freddie de Wit.

 

FREDDIE DE WIT, HUISARTS IN TILBURG 1936-1941

een jonge Joodse huisarts, een vergeten slachtoffer van de Holocaust

 

Aanleiding tot onderzoek

Bij het bronnenonderzoek in 1999 voor het te verschijnen herdenkingsboek 150 jaar In Geneeskunst en Vriendschap; 1849-1999, van geneeskundige kring Tilburg tot KNMG-afdeling Midden-Brabant (Tilburg, 1999), stuitte ik op een belangwekkende mededeling in de eerste vergadering na de Tweede Wereldoorlog van de NMG-kring Tilburg e.o.. Op die vergadering van dinsdag 3 juli 1945 in het St. Elisabethziekenhuis te Tilburg, herdacht de voorzitter, dr. F.S.P. van Buchem, tevens geneesheer–directeur van het St. Elisabethziekenhuis, onmiddellijk na de opening van de vergadering de vier leden van de kring die in de periode 1941-1945 waren overleden (Deelen, Cappetti, Lobach en Roest Crollius) en de collegae Moerel en De Wit, “welke beide laatsten het slachtoffer zijn geworden van de beestachtige vernietigingswoede van onze oostelijken nabuur”, zo noteerde secretaris Kuijt vinnig en sarcastisch… De oogarts C.Kuijt had nog een pregnante rol gespeeld in het artsenverzet Medisch Contact.

Ik zocht de namen na in de bekende literatuur over slachtoffers van het oorlogsgeweld in Tilburg, maar kon nergens de naam van De Wit vinden, wel die van Salomon Moerel, huisarts van Joodse huize uit de Tuinstraat in Tilburg. Pas in 2002, bij het verschijnen van het boekje “Het leven gebroken” van Ad de Beer en Gerrit Kobes over oorlogsslachtoffers in Tilburg, vond ik de naam van Alfred Samuel de Wit als oorlogsslachtoffer, maar zonder de toevoeging arts. Zou dat toch dezelfde De Wit zijn? En waarom was hij om het leven gekomen? Ik verbaasde mij erover dat de Tilburgse arts De Wit nergens werd vernoemd als oorlogsslachtoffer, ook niet in landelijke lijsten met Joodse (medische) oorlogsslachtoffers. Pas met het verschijnen van het artikel van Arnoud-Jan Bijsterveld in het tijdschrift Tilburg van april 2011 over Bertram Polak, vielen de puzzelstukjes in elkaar: zij (Bertram Polak en Freddie de Wit) ondernamen samen als Joodse vrienden een vluchtpoging in 1941 naar Engeland, maar werden nog in Nederland door de Duitsers opgepakt, naar Amersfoort vervoerd en vrij snel daarna naar Auschwitz getransporteerd en vergast in juli 1942. Nog later vond ik wat gegevens, o.a. in de Tilburgse kranten over vestiging, afsplitsing en overname van de praktijk door dokter Van de Loo.

Ik besloot als nieuw toegetreden lid van de werkgroep Joodse Tilburgers om ons verenigingsarchief van de KNMG kring Midden-Brabant nog eens goed door te spitten, en dan met name de notulenboeken, om te onderzoeken of we méér te weten konden komen van Alfred Samuel de Wit (roepnaam Freddie) als Tilburgse huisarts aan de Spoorlaan 104 in de periode 1936-1941.

De notulenboeken van de KNMG kring Tilburg zijn vrij volledig. De kring werd als eerste in het zuiden van Nederland in 1849 opgericht door 11 geneeskundigen, drie medicinae doctores en acht (plattelands)heel- en vroedmeesters, zes uit Tilburg en vijf uit de dorpen. Het was een bloeiende vereniging, moest wel een keer heropgericht worden in 1858/1860, omdat zij al na vier jaar met wat trammelant uiteen gevallen was in 1853, maar daarna bloeide de kring decennia lang! Het bindmiddel was het jaarlijkse kringdiner (en dat bestaat nog steeds!). In de jaren 1930-1940 bestond de kring uit ongeveer 35-50 leden, waarvan slechts een tiental specialist was en ca. vijf assistent in het ziekenhuis; de rest, de meerderheid dus, was huisarts. De kring kwam ongeveer 5 á 6 maal per jaar bij elkaar voor een vergadering, bestaande uit een algemene ledenvergadering, en een wetenschappelijk gedeelte, met een voordracht of met wetenschappelijke mededelingen. Plaats van samenkomst was vanouds de Philharmonie, maar vanaf 1929 ook wel de gehoorzaal in het nieuwe St. Elisabethziekenhuis.

Freddie de Wit, geboren in Amsterdam, studie in Leiden

Freddie de Wit werd geboren in Amsterdam op 5 april 1911 als zoon van Nathan de Wit (1885-1943) en Henriëtte Wolf (1884-1943). Beide ouders waren geboren in Veghel in Noord-Brabant. Freddie studeerde geneeskunde in Leiden, en behaalde het artsexamen op 17 januari 1936. Per 1 april zou hij zich vestigen in Tilburg, aanvankelijk op het adres Spoorlaan 104, later Spoorlaan 96. In 1937 trouwde Freddie de Wit met Emmy Rosa Hartog, en gingen zij wonen Spoorlaan 96. Zij kregen een dochter Jetty in 1939.

 

Vestiging in Tilburg

Op de ledenlijst van de NMG-kring Tilburg e.o. van 1935 komt A.S. de Wit voor het eerst voor. Hij is waarschijnlijk in 1936 bijgeschreven op een oude ledenlijst, met het adres: Spoorlaan 104. Want pas op 1 april 1936 heeft Freddie de Wit zich in Tilburg gevestigd! In ieder geval, pas in december 1936 komt Freddie de Wit voor het eerst voor bij de aanwezigen. Zijn naam staat bij de aanwezigen direct achter die van Moerel, de Joodse huisarts die al vanaf 1907 aan de Tuinstraat te Tilburg praktiseerde; wellicht zijn zij samen ter vergadering gekomen! Hij kwam er nog niet aan het woord, althans hij werd niet geciteerd in het verslag van die eerste keer.

In het Notulenboek komt Freddie de Wit in de periode 1936-1941 (ontbinding van de NMG-kring) zeven maal voor op de lijst van aanwezigen. Dat is zeven op de ongeveer 26 vergaderingen in die periode. Dat was deels ook te wijten aan zijn mobilisatie in het Nederlands leger, waarvan ook op de vergadering regelmatig gewag werd gemaakt. Op de laatste vergadering van de kring in deze periode was hij ook aanwezig en stelde nog een vraag aan de orde (zie verder).

In 1937 was Freddie de Wit geen enkele keer aanwezig. In februari 1938 wel. Op deze vergadering werd de stemming gepeild voor een vrije zaterdagmiddag voor de huisartsen (specialisten moesten dat maar zelf regelen, zo werd gesteld). Maar voor de huisartsen bleek het nog een brug te ver. De tijd was nog niet rijp voor een vrije zaterdagmiddag: 4 vóór, 8 tegen en 1 blanco! Hoe Freddie gestemd heeft weten wij niet, maar ik kan me zo voorstellen dat een pas getrouwd stel wel eens vrij zou willen zijn op zaterdagmiddag…

 

Praktijkperikelen

In september 1938 was De Wit weer aanwezig en actief ook! Zo werd er geklaagd dat het Burgerlijk Armbestuur zo laat en slecht uitbetaalde. Freddie de Wit deed nog een duit in het zakje: hij vertelde dat voor het hechten van een totaalruptuur (een complicatie bij een zware bevalling) het Burgerlijk Armbestuur hem slechts ƒ 2, - uitbetaalde, terwijl hij ƒ 10, - had gedeclareerd. In dezelfde vergadering braken de jonge huisartsen Hoek (Boxtel) en De Wit een lans om de collegiale waarneming van dienstplichtige medici toch redelijk te willen regelen. Het leek hen billijk om tijdens de mobilisatieperiode geen patiënten van hun praktijk te laten overschrijven. Het ging hierbij om vier collegae dienstplichtige artsen.

Toen Moerel op dezelfde vergadering protesteerde tegen het feit dat verschillende charitatieve instellingen in Tilburg (St. Vincentius, St. Elisabethvereniging, de Volt en Beka) alleen hulp wilden vergoeden “met een briefje van een Katholieken huismedicus”, vielen De Wit en Postma (protestants-christelijk!) hem bij! Sterker nog, zei Freddie de Wit, ik maak het ook mee dat kraamverpleegsters in Tilburg hun klanten proberen over te halen om toch vooral een katholieke huisarts te nemen; ik protesteer hiertegen! Kan de kring hier geen brief over sturen naar die instellingen? Dr. Bloemen, huisarts in de Gasthuisstraat en medisch-adviseur van het Wit-Gele Kruis, betwijfelde of dat iets uit zou halen. Ook dr. Jochems, een pas nieuwe dermatoloog van het St. Elisabethziekenhuis, meende dat het beter was om er niet officieel over te schrijven…

In november 1938 is Freddie de Wit er weer. Er waren een recordaantal van 33 leden aanwezig. Hij zal meegenoten hebben van een drietal films van de firma Bayer, die werden vertoond: “Wonder die het microscoop ontsluit” en “Het Bloed” en ”Röntgenkinematographie” (een film van röntgenbeelden).

Dan is hij weer een poos afwezig, waarschijnlijk vanwege de mobilisatie van dienstplichtigen in het leger in 1939. In december 1939 stelt de penningmeester Postma de vergoedingsregeling van de praktijkwaarneming voor gemobiliseerde collegae aan de orde. Voorzitter Taminiau stelt als regeling voor: 25% van het fondsinkomen, particulieren gratis en 50% van het verloskundig honorarium. In de periode van de bezetting (mei 1940-eind 1941) is Freddie de Wit nog drie keer aanwezig op de kringvergadering. In september en oktober 1940, en in februari 1941. Huisarts H. Ruhe uit Hilvarenbeek mocht op de vergadering in oktober 1940 zijn gedachtegoed over een andere organisatie van de gezondheidszorg uitdragen, over “de corporatieve gedachten in de gezondheidszorg”. Ook op die vergadering besloot men – al was het oorlogstijd – om het kringdiner in 1940 toch door te laten gaan, zij het om het eenvoudig te houden.

Op de laatste vergadering van de kring in de oorlogstijd, op woensdag 26 februari 1941 in de Philharmonie te Tilburg zijn nog 11 leden aanwezig, onder wie Freddie de Wit. Hij neemt er zelfs het woord: bij de rondvraag vraagt De Wit inlichtingen over de omzetbelasting. Wel, antwoordt de vergadering, voor fondspatiënten en de Rijksverzekeringsbank is die vrij, voor particuliere patiënten moet je op driemaandsstaten de dagresultaten vermelden; dat is het. Het was een wel erg zakelijke vraag in zo’n emotionele tijd….

Vlucht van vrouw en kind; beëindiging van de praktijk

Intussen was er in huize De Wit namelijk het nodige gebeurd vanwege de bezetting. Allereerst was zijn vrouw Emmy met dochtertje Jetty van 1 jaar, in de meidagen van 1940 via België en Frankrijk naar Engeland gevlucht. Waarschijnlijk was Freddie in die tijd nog niet teruggekeerd in Tilburg na de demobilisatie. Dat heeft namelijk voor vele soldaten nog heel wat weken geduurd!

Nadat Freddie de huisartspraktijk weer had kunnen oppakken, kwamen de maatregelen tegen de Joodse artsen in 1941. Allereerst mochten Joodse artsen vanaf 1 mei 1941 geen niet-Joodse patiënten meer behandelen. Deze patiënten werden overgenomen door collega huisarts W.A.L van de Loo aan de Lovensezijstraat 9 in Tilburg, blijkens een advertentie van A.S. de Wit in de Nieuwe Tilburgsche Courant. Een volgende stap was de beëindiging van de praktijk in november 1941, conform de richtlijnen van de Duitse bezetter: alle patiënten moesten worden overgenomen door de collega’s.

 

Gevangenschap in Scheveningen en Amersfoort; einde in Auschwitz

Via recente contacten met de dochter Jetty Permutti-de Wit, die na de oorlog met haar moeder naar Tasmanië is verhuisd, zijn nog brieven van Freddie uit Amersfoort boven water gekomen, die veel informatie verschaffen over de laatste maanden van het leven van Freddie de Wit en een aantal foto’s van haar vader, zodat hij ook letterlijk voor ons een gezicht heeft gekregen!

Vanaf 21 juni 1941 verbleef Bertram Polak bij Freddie de Wit in huis aan de Spoorlaan 96. Bertram Polak was als enige van het gezin Polak-Cohen achtergebleven in Tilburg, omdat het gezin al op 10 mei naar Engeland was gevlucht (via IJmuiden). Bertram was werkzaam gebleven op de zaak van zijn vader, maar moest in juni 1941 het ouderlijk huis aan de Prof. Dondersstraat verlaten. Zij kunnen elkaar gekend hebben vanuit de Joodse gemeenschap, maar ook omdat zij samen dienstplichtige Tilburgers waren. Zij moeten samen plannen hebben gesmeed om het land te ontvluchten naar Engeland. Er zijn nogal verschillende lezingen hoe en waarom dat is mislukt. De meest betrouwbare lezing zegt dat zij, mogelijk samen met het Tilburgse echtpaar Spier-Bendien uit de Burg. van Meursstraat, op een vluchtpoging vanuit Dordrecht met een boot voor de kust van Oostvoorne – mogelijk door verraad – door de Duitsers gevangen zijn genomen. Vast staat dat Freddie en Bertram Polak na hun mislukte vluchtpoging op 9 december 1941 zijn vastgezet in de strafgevangenis van Scheveningen ("het Oranjehotel”). Zij hebben daar zelf nog de data (o.a. “De Wit 9-12-’41 Scheveningen”) in de muur gekrast van cel nr. 362! Twee maanden hebben zij daar verbleven. Op 2 februari 1942 zijn beiden naar kamp Amersfoort gebracht. Daar heeft Freddie vervolgens liefst 5 maanden verbleven, en daar zijn een vijftal brieven van bewaard gebleven! In zijn eerste brief van 3 februari 1942 schrijft Freddie dat hij het goed maakte qua gezondheid en geeft instructies aan zijn ouders en zus hoe zij brieven kunnen schrijven naar Amersfoort, want dat was streng geregeld. Zo moest een postzegel van 7½ ct ingesloten worden om te kunnen antwoorden door Freddie, en moesten zij een enveloppe zonder binnenvoering gebruiken!

In brief 2 vraagt hij per expresse om medicijnen op te sturen op recept. In brief 3 van 1 maart ‘42 bedankte hij voor de ontvangen medicijnen en voor de brief die hij had ontvangen. Zo wist hij daaruit dat zijn vrouw Emmy en dochtertje Jetty het goed maakten. Hij informeerde ook hoe het met de praktijk in Tilburg ging, en met name moesten zij ook de groeten overbrengen aan ene Lies die daar op het huis/praktijk paste. In brief 4 (1 juni ’42) bedankte hij weer voor hun brief. Hij was weer erg gerustgesteld dat Emmy en Jetty het nog steeds goed maakten, informeerde weer naar de Tilburgse situatie, liet de groeten overbrengen aan de Tilburgse buurvrouw aan de Spoorlaan Mw. Weijers, en was Lies weer erg dankbaar. “..Tjonge, wat zal dat een feest zijn, als wij weer samen kunnen zijn…” verzuchtte hij hoopvol aan het einde van de brief aan zijn ouders en zus in Den Haag. Ook in zijn laatste brief van 1 juli ’42 (hij schreef trouw meteen de eerste van elke maand, meer mocht hij niet schrijven) bleef hij vol goed moed. Zijn ouders moesten vooral veel groeten doen aan de Tilburgse collega’s Van de Loo, Gerbranda en Moerel.

Dat is het laatste bericht van Freddie de Wit. Volgens naspeuringen van Bijsterveld werd hij 2 weken later, op 16 juli 1942, naar Westerbork vervoerd en meteen op transport gesteld naar Auschwitz, waar hij op 17 juli 1942 moet zijn aangekomen, en waarschijnlijk onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz is omgekomen, met kampnummer 48.499.

Decennialang was het vervolgens stil rondom Freddie de Wit. Tot in april 2011 het artikel verscheen over Bertram Polak, en wij Freddie de Wit figuurlijk terug konden halen naar Tilburg. Op 18 juni 2013 legden wij, samen met Freddie’s dochter Jetty Permutti-de Wit en haar twee kinderen Eran Permutti en Michal Rosenstein en enkele verwanten en vrienden, een struikelsteen voor Freddie de Wit in de Helga Deentuin aan de Willem2-straat in Tilburg. Om hem nooit meer te vergeten!

Voetnoten en bronnen:

-Reg. Archief Tilburg, Notulenboeken in het archief van de kring Tilburg e.o./Midden-Brabant van de (Koninklijke) Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst 1849-1945

-Vijf Brieven van Alfred Samuel (Freddie) de Wit uit Kamp Amersfoort, februari tot juli 1942 (collectie A.J.Bijsterveld)

-emailwisseling (met foto’s) tussen Jetty Permutti en A.J. Bijsterveld, 20 oktober 2012

-Arnoud-Jan Bijsterveld, Gedenkteken voor slachtoffers en overledenen; het verhaal achter de struikelsteen voor Bertram Polak (1918-1942); in Tilburg, ts. voor cultuur etc., jrg.29, nr 1 (april 2011), 3-14.

 

FOTO-ONDERSCHRIFTEN

  1. Freddie de Wit op een foto uit 1927 met zijn moeder Henriëtte de Wit-Wolf (Veghel 1884) en zijn beide zusjes Rosa (1913) en Mary (1924). Alleen Mary de Wit zou de oorlog overleven.
  2. Portretfoto van de 20-jarige Freddie de Wit uit 1931
  3. De dienstplichtig soldaat Freddie de Wit samen met moeder op de foto in 1936.
  4. Zijn zwager Dave en Rosa samen met Freddie de Wit en zijn verloofde in 1936, één week voordat Dave en Rosa trouwden.
  5. Trouwfoto van Freddie de Wit en Emmy Hartog, Amsterdam 1937
  6. Freddie de Wit in zijn doktersjas, met op zijn arm zijn pasgeboren dochter Jetty, in juni 1939 in Tilburg. (foto’s 1 t/m 6: Coll. Mw. Permutti-de Wit, Tasmanië)
  7. Advertentie in de Nieuwe Tilburgsche Courant van 6 januari 1940 betreffende de waarneming van de praktijk van Freddie de Wit door zes Tilburgse collega’s, omdat Freddie gemobiliseerd was.