Verhaal

Dawid Hoch

pensionhouder

Door: Chris Brand

Van David (Dawid) Hoch is weinig bekend. Hij was in 1933 al mogelijk gevlucht voor het opkomend fascisme in Polen. In 1934 werd immers het Obóz Narodowo-Radykalny opgericht. We komen alleen in het Gemeente Archief van Enschede de aanvraag tegen van januari 1935 waarbij hij een drankverlof B (alcoholvrij) aanvroeg voor de benedenkamers van zijn woning in de Walstraat 5. Dit was ooit een herenhuis geweest voor de textielfabrikant A. Jannink. David hield hier namelijk een pension voor betalende gasten. Daarnaast was hij een handelsreiziger. Zijn vrouw zal het pension door de weeks hebben gevoerd. In de adressengids van 1938 staat hij namelijk als pensionhouder en reiziger gemeld. Vermoedelijk handelde hij in textiele goederen. Dit was vermoedelijk ook de reden waarom hij in Enschede was terechtgekomen. Op dat moment vinden we namelijk geen andere familieleden met zijn achternaam of dat van zijn vrouw. Hij zal mogelijk al in Polen hebben gehandeld met Enschedese fabrikanten. Hij werd in 1941 tijdens de razzia opgepakt. Zijn vrouw Nechuma Hella Blumenzweig (Hrubelschow 25 maart 1894) overleefde de oorlog door onder te duiken. In 1955 vroeg zij het staatsburgerschap aan.

In hoeverre zijn buurman op nr 3 met zijn arrestatie te maken heeft gehad is niet bekend. Dit was namelijk de aannemer Herman Tönis.  Zijn eerste vrouw - dochter van de machinefabrikant Sanders - was in 1936 overleden. Hij nam mogelijk daarom het gezin Hofhuis-Herstrass in huis. Tönis werd begin 1940 failliet verklaard. Hofhuis scheidde begin 1940 van zijn vrouw en zij trouwde kort daarna met Tönis. Er was blijkbaar een verhouding ontstaan. Zij was in Duitsland geboren maar haar vader was  al jaren in Enschede een bekende fabrieksbaas. In 1942 komen we Tönis tegen bij de oprichting van de Technische Noodhulp in Nederland onder leiding van dr Beck. Hij werd deel van deze Duitse organisatie. In principe waren de leden ook allemaal lid van de NSB. Het is echter niet bekend of hij dit ook was...