Verhaal

Tevergeefs gevlucht naar Cuba

Abraham de Wijze, zijn vrouw Sara en hun dochter Johanna vluchten al voor het uitbreken van WOII naar België.

In 1939 besluiten zij vanuit Saint-Nazaire (Frankrijk) per schip naar Cuba te vluchten. Zoon Siegfried voegt zich bij hen en op 16 mei 1939 stapt het gezin de Wijze aan boord van het passagiersschip Flandre.

Het schip wordt evenwel met een deel der passagiers, waaronder het gezin de Wijze, door de Cubaanse autoriteiten naar Saint-Nazaire teruggestuurd omdat zij niet in staat zijn aan de verscherpte toegangseisen te voldoen (500$ per persoon en geldig visum).

In 1940 ontruimt de Duitse bezetter het Franse kustgebied en wordt het gezin de Wijze gedwongen zich in Cholet te vestigen.

In 1943 wordt Abraham de Wijze aldaar opgepakt en vanuit Drancy naar Auschwitz gedeporteerd, terwijl zijn dochter Johanna na internering in het kamp La Lande in Monts reeds in september 1942 op transport wordt gesteld.

Sara de Wijze en haar zoon Siegfried kunnen zich nog enige tijd aan deportatie onttrekken omdat zij over medische attesten beschikken, maar ook zij worden uiteindelijk in februari 1944 via Drancy naar Auschwitz gedeporteerd. Geen van hen overleefde.

Vertaald en bewerkt door Carla Berkhout Blond