Simon Konijn en Mary Potzer hadden tenminste drie kinderen: Leah, Mijer en één kind dat de oorlog heeft overleefd.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Begin april 1945 werden gevangenen uit het concentratiekamp Bergen-Belsen overgebracht naar het concentratiekamp Theresienstadt. Een van de drie daarvoor gebruikte treinen is bij het dorp Tröbitz door het Russische leger bevrijd. Vele inzittenden kwamen in de trein om en vooral door de heersende vlektyfus zijn nog velen in Tröbitz gestorven. Mary Konijn-Potzer was een van hen.
Zij is begraven op de voor hen aangelegde joodse begraafplaats, liggende naast het algemeen kerkhof in het dorp Tröbitz. De graven, met het hoofd afgekeerd van de muur van het algemeen kerkhof, waren in drie rijen genummerd.
Mary Konijn-Potzer is begraven in de derde rij, graf nr. 7.
Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis. Opsporing Joodse personen, lijst van overledenen die in Tröbitz en omgeving ter aarde zijn besteld
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 18039) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.