Betje Mendels was een dochter van Abraham Mendels en Mina Davidson, een gezin met negen kinderen, waarvan er zes tijdens de oorlog zijn omgekomen: Betje zelf, Pietje, Emanuel, Hendrica, Levi, en Sara.
Twee kinderen zijn al op jonge leeftijd overleden en Salomo Mendels heeft de oorlog overleefd
Betje trouwde in Amsterdam op 8 Augustus 1906 met Emanuel Delmonte, zoon van Jacob Delmonte en Mietje Mendels. Emanuel overleed op 8 November 1918 en werd twee dagen later begraven op de Portugees Joodse Begraafplaats Beth Haim in Ouderkerk a.d. Amstel.
Betje en Emanuel kregen vier kinderen, t.w. Jacob, Abraham, Mina en Salomon. Abraham echter werd al op 2-jarige leeftijd als pleegzoon in het kinderloze gezin van Betje's broer Emanuel Mendels en Elsje Davidson geplaatst, die woonden in Wolvega. Abraham Delmonte, ook wel Abram Mendels genoemd, verbleef de rest van zijn leven in Wolvega. Betje zelf en haar kinderen Jacob, Salomon en Mina werden in de Sjoa vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Betje Mendels, websites www.tresoar.nl, www.wiewaswie.nl en www.dutchjewry.org/Portuguese-Israelite cemetery Beth Haim.
Deze persoon wordt herdacht op een gedenkteken in Noordwolde. Een beschrijving van dit gedenkteken is te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.