De ouders van Hanna, die na de dood van haar eerste man gemengd gehuwd was, zaten samen met hun zoon ondergedoken in het pension van Hanna aan het Rafaelplein in Amsterdam. De Colonne Henneicke ontving een tip dat er onderduikers zaten in het pand, maar het lukte telkens niet deze te vinden. De familie Del Valle verstopte zich bij invallen in een verborgen ruimte op zolder. De toegang tot deze schuilplaats was afgedekt met een wastafel, compleet met stromend water. Op vrijdag 6 augustus 1943 vond opnieuw een inval plaats. Drie leden van de Colonne Henneicke doorzochten de hele dag nauwgezet het pand. Uiteindelijk vond een van hen de verborgen ruimte en de drie onderduikers werden gearresteerd. De zoon wist later uit de trein te springen en opnieuw onder te duiken. Zijn ouders werden vermoord in Auschwitz.
Ad van Liempt, Kopgeld: Nederlandse premiejagers op zoek naar joden, 1943(Amsterdam 2002) 183-185.