Arnold Klatser was een zoon van Abraham Klatser en Rosette de Boers. Hij was geboren in Amsterdam op 15 September 1884 en was diamantsnijder van beroep. Op 3 Januari 1907 trouwde hij in Amsterdam met Truitje Stodel, die daar op 24 April 1885 geboren was als dochter van Joseph Stodel en Elizabeth (Betje) Metz. Na hun huwelijk verhuisde het echtpaar naar de gemeente Watergraafsmeer, waar op 16 Juni 1908 hun enige zoon Abraham werd geboren.
Begin April 1912 keerde het gezin van Arnold Klatser terug naar Amsterdam en woonden toen in de 2e Boerhaavestraat 76 in Amsterdam-Oost. In 1913 verhuisden zij naar de 2e Oosterparkstraat 229 en eind Maart 1915 betrokken zij een woning in de Swammerdamstraat 26 huis. Na nog een 4-tal verhuizingen, o.a. naar de Ruyschstraat, de Govert Flinckstraat, de Nieuwe Tolstraat en de Pieter Aertsstraat, werden zij per 8 Januari 1932 ingeschreven op het adres Kromme Mijdrechtstraat 34 huis in Amsterdam-Zuid. Hun laatste verhuizing was op 6 Mei 1940 naar huisnummer 44 in dezelfde straat.
Arnold Klatser en zijn vrouw Truitje Stodel werden in de nacht van 23 op 24 Juli 1943 naar het concentratiekamp Vught afgevoerd. Daar verbleven zij tot 11 September en werden toen van Vught doorgestuurd naar Westerbork, waar Arnold Klatser in de ziekenbarak 81 terechtkwam en zijn vrouw Truitje in barak 62.
Vervolgens is Arnold Klatser op 16 September 1943 in Westerbork overleden. Op 20 September is hij daar gecremeerd en de urn met zijn as is bijgezet op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Truitje Stodel daarentegen werd de dag daarna, op 21 September 1943 op transport gesteld naar Auschwitz waar zij bij aankomst op 24 September 1943 onmiddellijk werd vermoord in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Arnold Klatser, archiefkaarten Arnold Klatser en Truitje Stodel; de website ITS Arolson/kampkaarten Vught van Arnold Klatser en Truitje Klatser-Stodel en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Arnold Klatser en Truitje Stodel.