Biografie

Over Catharina Jacoba Salomon en haar familie.

Weduwe van de Tilburgse slager Hartog Gersons sinds 27 Januari 1933.

Catharina Jacoba Salomon was een dochter van Joseph Salomon (1838-1868) en Esther Rosenbach (1836-1907). Zij werd op 23 Maart 1866 geboren in Wijk bij Duurstede (prov. Utrecht). Na haar werd op 19 September 1867 nog een zusje Rosetta geboren, maar zij overleed als baby van 2 maanden oud op 5 December 1867. Na de geboorte van Rosetta werden geen kinderen meer geboren omdat ook Joseph Salomon op 24 April 1868 in Wijk bij Duurstede overleed, slechts 30 jaar oud en zo bleef Catharina Jacoba Salomon “enig” kind.

Joseph’s  weduwe Esther Rosenbach hertrouwde op 7 October 1869 met Hertog Levi Frijda, die geboren was op 9 October 1841 in Veenendaal. Uit dit tweede huwelijk van Esther Rosenbach werden zes kinderen Frijda geboren, waarvan alleen Sara Frijda tijdens de Sjoa in Sobibor werd vermoord. Alle anderen waren al vóór de oorlog overleden: drie op hele jonge leeftijd en twee nog voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.

Catharina Jacoba Salomon trouwde op 25-jarige leeftijd met de 35-jarige Hartog Gersons, geboren op 10 Maart 1856 in Tilburg als een zoon van David Gersons en Jutte de Jonge. Het huwelijk werd op 2 November 1891 in Wijk bij Duurstede gesloten maar het echtpaar vestigde zich in Tilburg in de Bisschop Zwijsenstraat 47 waar Joseph een rundslagerij had.

Het echtpaar Gersons-Salomon kreeg in totaal zeven kinderen, waarvan Josef Benjamin (als ook zijn gezin), als enige de Holocaust heeft overleefd. Van de andere kinderen zijn David, Louis en Henriette Rosa met hun gezinnen tijdens de Sjoa om het leven gekomen. Stella Rosa, Henri en Paulina Stella overleden nog voor hun 2e levensjaar. Op 27 Januari 1933 overleed slager Hartog Gersons in Tilburg. Hij was toen bijna 77 jaar oud en werd begraven in Oisterwijk.

Een paar maanden later verhuisde de weduwe Catharina Jacoba Gersons-Salomon van Tilburg naar Amsterdam. Op 23 Maart 1933 trok zij in bij haar dochter Henrietta Rosa, die getrouwd was met Abraham Bloemendal en woonden in de Burmanstraat 11 hs in Amsterdam-Oost. Catharina bleef daar tot 19 Juni 1940 maar vertrok toen naar de Sarphatistraat 152 1e etage waar zij kort onderdak vond bij de eveneens bij de PIG aangesloten Abrabam Montanhes en zijn vrouw Marianne da Silva Abenatar. Maar in de 2e helft van October 1940 verhuisde Catharina Gersons-Salomon weer naar Tilburg, adres Oosterwijkschebaan 141.

Echter al op 26 November 1940 verhuisde Catharina Gersons-Salomon naar Gouda, waar zij als bewoonster van het Joods Bejaardenhuis op de Oosthaven 31 werd ingeschreven. Op de avond van 9 April 1943 werd het tehuis door de SS en politie ontruimd en de bewoners werden afgevoerd naar Westerbork. Catharina Jacoba werd daar geregistreerd op 10 April 1943. Op 13 April werd zij met meer dan 1200 anders slachtoffers, waaronder ook haar schoonzus Paulina Elzas-Gersons, op transport gesteld naar Sobibor en na aankomst aldaar op 16 April 1943 direct vermoord in de gaskamers.  Er waren geen overlevenden.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, verwijskaart Hartog Gersons,archiefkaarten van Catharina Jacoba Salomon, Abraham Bloemendal, Henriette Rosa Gersons,; gezinskaart van Catharina Jacoba Gersons-Salomon; woningkaarten Amsterdam van Burmanstraat 30 huis, 11 huis en Sarphatistraat152 1e etage; website Stolpersteine Route 10, Oosthaven 31 Gouda; het boek Joods Gouda II, pagina 318 bewoners Oosthaven 31 door Tom Verwaijen, uitgegeven 2016; website Jodentransporten vanuit Nederland.nl/transport 13 April 1943.

Alle rechten voorbehouden