Verhaal

Over Joseph Manheim

Joseph Manheim werd geboren op 2 februari 1878 in Amsterdam als zoon van Raphael Manheim en Chrisje van Bever. Hij had nog 2 zussen en 2 broers die na enkele maanden al stierven. Hij trouwde in oktober 1909 met Debora Margaretha Manheim in Alkmaar. Later verhuisde ze naar Rotterdam en gingen aan de Hoogstraat 163a wonen, waar Joseph een meubelzaak De Witte Zwanen had. Hij was gespecialiseerd in kinderledikanten. Ze kregen twee kinderen: Rudolf (26 juli 1910) en Hartog (5 juni 1914). Bij het bombardement op de stad op 14 mei 1940 werd de meubelzaak en hun woning verwoest. Het gezin wist zich veiligheid te brengen. Joseph verhuisde kort daarna met zijn vrouw naar de Nolensstraat 8b in de nieuwe wijk Blijdorp. Daar woonde hij tot 1942. Op 10 oktober 1942 werden hij en zijn vrouw gedeporteerd via Westerbork naar Auschwitz waar ze op 15 oktober werden vermoord.

Hun zoon Rudolf trouwde met Catharina Juliana Broek en kregen in 1939 samen een zoon. Ze woonde aan de Kerstant van den Bergelaan 67 in Hillegersberg. Rudolf wist met zijn gezin onder te duiken bij Jaan Jiskoot, die met haar broer Kees bij de LO/LKP Barendrecht was. Rudolf werd echter nog geen twee weken later verraden en opgepakt en stierf op 31 maart 1944 in Silezië. Zijn vrouw Catharina en hun zoontje werden ook opgepakt en werden opgesloten in het politiebureau aan de Haagseveer in Rotterdam. Daar wist Catharina samen met haar zoontje te ontsnappen door op een ongezien moment het gebouw uit te rennen. Ze wist uit handen te blijven en ging weer onderduiken. Ze wist haar zoontje te laten onderduiken bij een Rotterdams gezin. Zijzelf dook onder in Zutphen. Later werden ze herenigd. Catharina hertrouwde na de oorlog in 1946 met de verzetsman Johan Louis Klein, die het gezin hielp onder te duiken. Ze overleed op 9 juni 1994 op 83-jarige leeftijd in Wassenaar.

Zoon Hartog trouwde in 1939 met de Tsjechische verpleegster Chana Levitus in Zutphen. Chana ging twee jaar eerder in 1937 naar het zionistische pioniersopleidingsprogramma (hachshara) in Deventer, Nederland, waar ze de verpleegschool volgde. In 1939 vertrok ze samen met haar man Hartog naar Palestina en later was ze een van de oprichters van Kvutsat Huliot, nu kibboets Sde Nehemia. Ze heette later Chana Bekkers. Hartog ook wel Harry genoemd is in Israel blijven wonen en overleed ergens eind jaren 90 en begin 2000 op 90-jarige leeftijd. 

 

Bron: stadsarchief Rotterdam, CBG persoonskaarten, joodserfgoedrotterdam.nl