Addition

Henri Obstfeld was ondergedoken in Arnhem, Bakenbergseweg hoek Izaak Evertslaan

Deze bijdrage is toegevoegd via AndereAchterhuizen.nl, waar verhalen van Joodse onderduikers in kaart worden gebracht.

In de zomer van 1944 waren de geallieerde troepen vanuit Frankrijk door België opgerukt en de Belgisch – Nederlandse grens overgetrokken. ’t Was duidelijk, dat de Rijnbrug in de Arnhemse binnenstad een belangrijk militair doel was. Daarom werd de bewoners van de binnenstad aangeraden om naar elders te vertrekken: zonder twijfel zou het op vechten uitlopen. Daarom trokken wij bij de Willemsens in.
Op zondag, 17 september 1944 zaten we aan de middagmaaltijd, toen de volwassenen plotseling erg opgewonden raakten: we zagen een hele reeks vliegtuigen voorbij vliegen. Vreemd genoeg maakten die helemaal geen lawaai. Maar ik had nog nooit zweefvliegtuigen gezien....en toen vielen er poppetjes uit de vliegtuigen.....en ze schenen aan parapluȉen te hangen! Al gauw hoorden we schieten, en vanuit de ramen van de flat konden we zien hoe gewonden naar het Diaconessenziekenhuis, om de hoek gelegen, werden gebracht. Hoe mijn pleegouders een dokter met een auto vonden, weet ik niet, maar een paar avonden later haalde hij ons op. Wij propten ons met alles wat we mee konden nemen, in dat wagentje. Ik zat op de grond achter de bestuurder, met de broodtrommel op m’n schoot. Tante en Oom zaten op de achterbank, ook bepakt. We reden de stad uit, in de richting Utrecht, en zagen het restaurant ‘De leren doedel’ in lichter laaien staan. Heel indrukwekkend, in het donker! Tante heinnerde mij er later aan, dat zij van tijd tot tijd vroeg: “Hans, leef je nog?” Niet zo een gekke vraag, want er werd van alle kanten geschoten.

All rights reserved