Eind 1937 - mijn moeder was toen in verwachting van mij - werd Ella Tönissen door mijn ouders als dagmeisje aangenomen. Zij was afkomstig uit Bottrop, een plaatsje ca. 10 km ten n.-oosten van Oberhausen. Zoals veel duitse jongere vrouwen, die in hun eigen land vanwege de economische crisis geen werk konden vinden, verkoos zij het haar geluk in Nederland te beproeven; en met succes. Zij bleek netjes en ijverig te werken en werd in korte tijd door mijn ouders volledig als een soort huisgenoot geaccepteerd. Zij was van meet af aan ook een ideaal kindermeisje, waaraan ik nog altijd warme herinneringen koester.
Dat ging allemaal goed tot de oorlog uitbrak en zij tot groot verdriet van ons door de bezetter gedwongen werd 'heim ins Reich' te moeten keren. Na de oorlog heeft zij ooit nog geprobeerd met mijn moeder en mij in contact te komen, maar daar is niets meer van terecht gekomen.
Mijn moeder heeft na het vertrek van Ella de huishouding zelf gedaan, maar werd begin 1942 door ziekte gedwongen naar een andere hulp uit te kijken.
Vandaar bovenvermelde advertentie van
1 april 1942 in Het Joodsche Weekblad.
Overigens is er van een andere hulp nooit meer iets gekomen...
Addition