Addition

Literatuur

"Er zijn talloze voorbeelden van agenten die hun joodse arrestanten met harde hand aan het praten krijgen. Zo ziet Sofia Nije, die in 1943 in een zomerhuisje in Epe woont, in novemer van dat jaar haar blonde joodse buurjongen geboeid langs de kant van de weg staan. Hij is in het gezelschap van een kleine, dikke agent: de Arnhemse politieman Gerrit Stap. De jongen - hij heet Boris Smalhout, hoewel zij hem alleen kent als 'Krelis' - is zichtbaar mishandeld: zijn gezicht is bont en blauw. Tijdens de mishandeling geeft Smalhout Stap de informatie die hij zoekt. Nog diezelfde nacht worden in de directe omgeving nog zes joodse onderduikers opgepakt."

 

Ad van Liempt en Jan H. Kompagnie, Jodenjacht (Amsterdam 2011), p. 136.

All rights reserved