Jacob Zadok (Jaap) Blok geboren 26.03.1904 Groningen, was de oudste van de twee kinderen, een zoon en een dochter, van Zadok Blok en Esther Nieweg. Het gezin woonde in de Folkingestraat, in de van oudsher Joodse buurt van Groningen, waar Zadok Blok een winkel in tweedehands goederen had. Jaap koos voor een loopbaan in de confectie en ging na de H.B.S. naar de Hogere Textielschool in Enschede. Na het behalen van zijn diploma werkte hij een aantal jaren bij de Enschedese confectiefabriek Brasz, als vertegenwoordiger voor de drie noordelijke provincies. Het was onder Jaaps invloed dat zijn vader ook op confectie overging en dat in de Folkingestraat Blok's Kledinghuis ontstond. In 1926 nam Jaap ontslag bij Brasz om met zijn vader te gaan samenwerken. Om zijn zaken te kunnen uitbreiden vertrok hij in 1927, na zijn huwelijk met Sara Rozenboom, naar Rotterdam, waar hij aan de Diergaardelaan, samen met Josie Gudema, de man van zijn zuster Bertha, een in- en exportfirma in jongens- en herenkleding opzette. Al snel was het een goed lopend bedrijf, dat zijn goederen voornamelijk betrok uit Polen, van Joodse kleermakers. Jaap en Sara Blok kregen twee zoons; in 1928 werd Bob geboren, in 1930 Leo.Ten gevolge van de crisis ging de firma Blok & Gudema eind 1932 failliet. Het lukte de beide compagnons werk te vinden als vertegenwoordiger, Jaap kwam terecht bij het herenconfectiebedrijf Gazan in Den Haag, daardoor verhuisde het gezin naar Rijswijk. Jaap Blok was een man met veel sociale activiteiten. In Rijswijk vervulde hij functies in verschillende verenigingen en comités en was hij lid van de Vrijwillige Reserve Politie. Hij was ook een sportman. Zo was hij aan¬voerder van het elftal van Gazan en lid van de 's-Gravenhaagse Biljartclub. Hij bokste, schermde en beoefende de Judosport Zijn prestaties haalden menigmaal de kranten.
Bij het uitbreken van de oorlog werd Jaap als vrijwillig politieman opgeroepen om te assisteren bij de arrestatie van verdachte Duitsers en NSB'ers. Dit bleef na de capitulatie niet zonder gevolgen. Jaap was bekend in Rijswijk en bovendien was zijn naaste buurman lid van de NSDAP. Tussen juni 1940 en september 1941 werd hij tot driemaal toe gearresteerd maar steeds na korte tijd weer vrijgelaten. Na de derde keer dook hij onder, maar toen er geen nieuwe arrestatiepogingen volgden, ging hij na een paar maanden terug naar huis.
Op 30 december 1941 kreeg het gezin Blok het bevel, binnen achtenveertig uur hun woning in de Vondellaan te ontruimen. Per handkar verhuisden zij tijdens de jaar¬wisseling naar de Anna Paulownastraat, waar zij konden gaan inwonen. Op Hemelvaartsdag 1942, een vrije dag en vrije dagen werden in de familie Blok altijd gezellig begonnen ging om acht uur 's morgens de bel. Enkele minuten later vertrok Jaap Blok voor de laatste maal. Hij werd overgebracht naar het Oranjehotel en vandaar naar Amersfoort. Op 27 juni werd hij op transport gesteld naar Mauthausen, waar hij nog geen twee weken later, 38 jaar oud, om het leven kwam. Zijn vrouw en zoons doken onder en overleefden de oorlog, evenals zijn ouders, die terugkeerden uit Theresiënstadt en het gezin van zijn zuster.
Bron: OGS-Jacob Zadok Blok