Edith Spitz-Polak in Jerusalem bewaart de brief die haar man Frederik Spitz (1914-1963) op 30 juni 1945 schreef aan de heer en mevrouw Meijers over de mislukte vlucht naar Engeland van hun zonen Bernard en Max Meijers.
( Benjamin Theodoor (Bernard) Meijers en Meijer Marcus (Max) Meijers).
In de brief is sprake van de oom en tante van beide jongens die in de Milletstraat in Amsterdam woonden en die begin 1943 waren opgepakt. Het moet hier gaan om Salomon Meijers en zijn vrouw Naatje Meijers-Gersons.
Max en Bernard Meijers vertrokken op 21 maart 1942 uit Rotterdam om naar Engeland over te steken.
Ze werden naar de Zuid-Hollandse eilanden gebracht, waar de boot klaarlag. Aan het begin van de avond werden alle aanwezigen, op een Tsjechische professor na die later verslag deed van de overval, door de Gestapo gearresteerd en naar Rotterdam gebracht, naar het Gestapohoofdkwartier aan de Mathenesserlaan, en vandaar naar het hoofdbureau van politie Haagse Veer, waar zij bleven tot de laatste rechtzitting in Amsterdam.
Begin augustus 1942 werden ze opgesloten in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans, waar zij vernamen dat de doodstraf tegen hen was uitgesproken.
Deze werd op 15 augustus 1942 voltrokken.
Een verhaal over de vlucht met de gebroeders Meijers staat ook op http://nl.wikipedia.org/wiki/Johannes_Frans_Goedhart
(Daarop staat trouwens Frederik Spitz ten onrechte als deelnemer aan de vlucht vermeld: hij vond het te gevaarlijk en ging niet mee). De naam van de Tsjechische prof was Josef Ludvik Fischer.
Brief
Voor de volledige brief van Frederik Spitz klik op het PDF-logo hieronder: