Op 19 september 1941 krijgt Alida Lopes Dias (Alie Dias) voor haar verjaardag een poëziealbum.. Ze woont in de Govert Flinckstraat 265-I.
In de periode tot oktober 1942 schrijven achttien vriendinnetjes in haar album:
Annie Fransman
Jenny Cohen
Rosa Levie
Rosa Snijders
Lientje de Jong
Adele Zimmer
Roosje Sarfatij
Liesje Aletrino
Minna Vas Nunes
Mimi de Leeuw
Agatha van Schaik
Ingeborg Frankenstein
Guta Maliniak
Annie de Leeuw
Lena de Rood
Mimi Mok
Tirtsa Steinberg
Erna Fleischhauer
Vier van hen overleefden de oorlog.
Alle meisjes zitten (tijdelijk) op de Herman Elteschool in de van Ostadestraat 203.
In schooljaar ’41-’42 zit Alie in klas 4.
In mei 1942 moet haar vader, Leendert, naar werkkamp Molengoot. Hij schrijft voor vertrek in het album van Alie (zie Leendert Lopes Dias).
Na de zomervakantie gaat Alie naar klas 5, schooljaar ’42-’43. Ze krijgt weer les van meneer Benjamin Roeg.
Hoofd van de school is meneer Elias Stibbe. In een oud cahier houdt hij bij hoeveel leerlingen er per klas bijkomen en weggaan. Bijna alle meisjes staan op de lijsten van meneer Stibbe.
Op 11 mei 1943 worden Alie en haar moeder Esther van huis gehaald door Verboom van de Zentralstelle en naar het politiebureau op de Stadhouderskade gebracht. Hier blijven zij van half vier ’s middags tot half twaalf ’s avonds.
Hierna worden ze, via Adama van Scheltemaplein, naar de Joodse Schouwburg gebracht.
Ze blijven tot 14 mei in de schouwburg en worden dan naar Vught gebracht. Alie en haar moeder worden van elkaar gescheiden. Alie komt in de meisjesbarak voor meisjes van dertien tot zestien jaar.
Alie en haar moeder gaan met het kindertransport van 6 en 7 juni 1943 naar Westerbork. Zij blijven hier een nacht. De volgende ochtend, 8 juni, vertrekt het transport naar Sobibor.
Op 11 juni komen Alie en haar moeder aan in Sobibor en worden meteen bij aankomst vergast.
Alie is dertien jaar geworden.